Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Chase Koppelen Aan Besturingselementen; Snelheid En Crossfade Instellen; Stap Toevoegen; Chase Opnieuw Bewerken - SHOWTEC SM-16/FX Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

SM-16/2 FX

Chase koppelen aan besturingselementen

Wanneer u een chase afspeelt, worden de playback-besturingselementen automatisch gekoppeld aan
chases. Bij het afspelen van de tweede chase, wordt het playback-besturingselement gekoppeld aan
de nieuwe chase.
U kunt instellen welke chase wordt gekoppeld door op de overeenkomende Unit-knop te drukken.

Snelheid en crossfade instellen

Wanneer een chase is geselecteerd, kunt u met de draaiknoppen de snelheid en fadetiming aanpassen.
Snelheid (S): Het interval tussen twee stappen. De hier ingestelde tijd is de standaardtijd. Als u de
standaardtijd wijzigt, veranderen de intervallen tussen de stappen mee.
Crossfade: Dit is de verhouding van Wait Time (Wachttijd) tot Fade Time (Fadetijd) binnen het
interval tussen twee stappen. De twee waarden op het scherm zijn de HTP-gradiënt en de LTP-
gradiënt. FF betekent dat wanneer de totale tijd een gradiënttijd is, de wachttijd nul is. Een waarde
van 70 houdt in dat 70% van de totale tijd gradiënttijd is en de rest wachttijd. U kunt deze waarde
aanpassen met <Draaiknop B>.
Wait Time (Wachttijd): Bijvoorbeeld: een fixture gaat bewegen van punt A naar punt B. Als de
wachttijd is ingesteld op 3 seconden, stopt de fixture 3 seconden lang op punt A en begint dan
met bewegen.
Fade Time (Fadetijd): Bijvoorbeeld: een fixture gaat bewegen van punt A naar punt B. Als de
fadetijd is ingesteld op 3 seconden, duurt de beweging van de fixture van punt A naar punt B 3
seconden.
Zodra de snelheid van de chase is opgeslagen wordt deze voortaan afgespeeld op deze snelheid:
01) Activeer de Chase-knop in het startmenu.
02) Gebruik <Draaiknop A> om de snelheid aan te passen.
03) Druk op <A> (Parameters chase XXX).
04) Druk op <A> (Snelheid opslaan).
Om de snelheid van de chase in te stellen tijdens het bewerken, activeert u de Chase-knop en drukt
u op <B> in het startmenu.

Stap toevoegen

Het toevoegen van een stap werkt hetzelfde als het bewerken van een chase-stap.
01) Druk op <Record>.
02) Druk op <B> (Chase opnemen).
03) Druk op Unit-knop van de chase.
04) Stel de verlichting voor de nieuwe stap in.
05) Druk op <Enter> om de inhoud van de programmeur op te slaan.
06) Wanneer u klaar bent met het programmeren van de chase, drukt u op <Record> om af te sluiten.

Chase opnieuw bewerken

U kunt een chase opnieuw bewerken door op de volgende knoppen te drukken:
01) Druk op <Record>.
02) Selecteer <B> (Chase opnemen).
03) Druk op de knop van de chase die u opnieuw wilt bewerken.
04) U kunt de volgende opties van de chase bewerken.
Een stap bewerken: druk op <Clear> om de programmeur te wissen.
Druk op <Up>/<Down> om de stap te selecteren die u wilt bewerken.
Druk op <Copy/Include> om de stapdata in de programmeur te zetten.
Bewerk de stap. Druk op <Enter>.
U kunt kiezen tussen "Merge" (Samenvoegen), "Overwrite" (Overschrijven) of "Insert" (Invoegen).
Als u een nieuwe stap wilt invoegen, moet u eerst de parameters van die stap instellen.
Druk op <Up>/<Down> om de stap te selecteren die u wilt bewerken.
Druk op <Enter>.
Druk op <A> (Stap invoegen).
De nieuwe stap wordt ingevoegd en de volgende stappen schuiven een plaats op.
Een stap verwijderen: druk op <Up>/<Down> om de stap te selecteren die u wilt verwijderen.
Druk op <Delete/OFF>.
Druk op <B> (Verwijderen stap bevestigen) om te bevestigen.
Bestelcode: 50702
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

50702

Inhoudsopgave