Inhoudsopgave
Advertenties
SM-16/2 FX
De ingestelde scènestand is ook van invloed op de gekozen timingparameters:
Stand 0 – De timingparameters worden niet gebruikt. De HTP-kanalen faden met de playback-
schuifregelaars.
Stand 1 – De kanalen faden volgens de fade-instellingen van de HTP- en LTP-kanalen (behalve LTP
kanalen die zijn ingesteld op 'Instant' (Direct)). Als u een timingparameter instelt voor een scène met
Stand 0, wordt die automatisch gewijzigd in Stand 1. Als de HTP-timing nul is, faden de HTP-niveaus
met de schuifregelaar.
Stand 2 – HTP-kanalen faden volgens de ingestelde HTP-timingparameters of met de schuifregelaar
als de timingparameters zijn ingesteld op nul. LTP-kanalen worden bestuurd door de positie van de
schuifregelaar (behalve kanalen in de directe stand). De initiële data van een LTP-kanaal zijn de
data voordat de schuifregelaar omhoog wordt geschoven. Zet de LTP-fadetijd op nul in deze stand.
Stand 3 – HTP-kanalen faden volgens de ingestelde HTP-timingparameters of met de schuifregelaar
als de timingparameters zijn ingesteld op nul. LTP-kanalen worden bestuurd door de positie van de
schuifregelaar (behalve kanalen in de directe stand). De initiële waarde van een LTP-kanaal is nul.
Zet de LTP-fadetijd op nul in deze stand.
Chase
Met de SM-16/2 FX-controller kunt u een chase bewerken met maximaal 100 stappen. Er zijn 16 Unit-
knoppen voor chases op 5 pagina's. In totaal kunt u 80 chases opslaan.
Chase programmeren
Om een chase te programmeren moet u de verlichting van de fixture instellen voor elke stap van de
chase. De inhoud van de programmeur wordt opgenomen als een stap.
U kunt de fixtures handmatig voor elke stap instellen, of u kunt op de knop Include (Toevoegen) drukken
om de informatie te laden van scènes die u al hebt opgenomen.
U kunt een bestaande scène niet als stap in een chase gebruiken door deze in te schakelen. U moet de
knop Include gebruiken om de scène in de programmeur te laden.
01) Druk op <Record>.
02) Druk op <B> (Chase opnemen).
03) Druk op Unit-knop van de chase.
04) Stel de verlichting voor de eerste stap handmatig in of druk op de knop Include voor bestaande
scènes.
05) Druk op <Enter> om de inhoud van de programmeur op te slaan als stap 1 van de chase.
06) Druk op <Clear>.
07) Herhaal vanaf stap 1.
08) Wanneer u klaar bent met het programmeren van de chase, drukt u op <Record> om af te sluiten.
09) Druk op <Clear> na het opslaan van de chase. Als u dat niet doet, overschrijft de programmeur de
chase wanneer u die probeert af te spelen.
De huidige stap wordt getoond op de opdrachtregel.
U kunt vormen in een chase opnemen. Als dezelfde vorm in opeenvolgende stappen wordt
opgeslagen, wordt de vorm volgens de stappen afgespeeld. Zo niet, dan stopt de vorm aan het
einde van de stap. De console beschouwt de vorm als hetzelfde als u niet op <Clear> hebt gedrukt
na de vorige stap en de snelheid, omvang en spreiding van de vorm niet hebt gewijzigd ten
opzichte van de vorige stap; of als u de vorm hebt toegevoegd uit de vorige stap met de functie
Include en geen wijzigingen hebt aangebracht.
Een chase kan maximaal 100 stappen bevatten.
Chase afspelen
Om een chase af te spelen, activeert u de betreffende knop voor de playback-pagina (05) en schuift u
een schuifregelaar omhoog of drukt u op een Unit-knop voor een chase (03).
U kunt twee of meer chases tegelijk afspelen.
Alle HTP-kanalen (helderheid) van de chases worden bestuurd door de schuifregelaars. De LTP-
kanalen (beweging) voeren de chase uit volgens de ingestelde fadetijd.
Bestelcode: 50702
16
Advertenties
Inhoudsopgave
