instAllAtie
Montage
De brine-water-warmtepomp is in het brinecircuit uitgerust met
een brinedrukschakelaar. De brinedrukschakelaar schakelt het
toestel uit bij een lekkage in het brinecircuit en voorkomt dat brine
in de grond terechtkomt.
Wanneer de druk in het broncircuit onder 0,7 bar daalt, schakelt
de brondrukschakelaar de warmtepomp uit. Om de warmtepomp
weer te activeren, moet de druk bij stilstand van de warmtepomp
worden verhoogd naar minstens 1,5 bar.
Om te verhinderen dat de brondrukschakelaar zonder bestaande
lekkage de warmtepomp uitschakelt, moet de warmtebronzijde
van de warmtepomp tijdens de installatie worden gevuld met een
minimumdruk van > 1,5 bar.
f Vul de installatie volgens onderstaande curve, om ongewenst
activeren van de brondrukschakelaar te vermijden.
3
2,5
2
1,5
1
0,5
0
0
200
400
X Installatievolume [l]
Y Vuloverdruk [bar]
1 Vereiste vuldruk afhankelijk van het installatievolume bij 33%
brine
2 Vereiste vuldruk afhankelijk van het installatievolume bij
25 % brine
1 Aftapping bronzijde
f Vul het brinecircuit via de aftapping.
f Ontlucht het brinecircuit.
Brineconcentratie controleren:
f Bepaal de densiteit van het glycol-watermengsel bijv. met
behulp van een densiteitmeter.
Aan de hand van de gemeten densiteit en temperatuur kunt u de
beschikbare concentratie uit het diagram aflezen.
www.stiebel-eltron.com
1
2
600
800
1
Info
De vermelde vermogensgegevens hebben betrekking op
ethyleenglycol (zie "Technische gegevens").
1,10
1,09
1,08
1,07
50 Vol.-%
1,06
40
1,05
33
30
1,04
25
1,03
20
1,02
10
1,01
A
1,00
0
0,99
0,98
-20
0
20
X Temperatuur [°C]
Y Densiteit [g/cm³]
A Vorstbescherming [°C]
f Isoleer de brineleidingen met diffusiedichte isolatie.
9.4
Aansluiting van het verwarmingswater
Info
Het gebruik van terugslagkleppen in de laadcircuits tus-
sen de warmtegenerator en het buffervat of de warm-
waterboiler kan de werking van de geïntegreerde mul-
tifunctionele groep (MFG) aantasten en tot storingen in
de verwarmingsinstallatie leiden.
f Gebruik voor de installatie van de toestellen uitslui-
tend onze hydraulische standaardoplossingen.
De verwarmingsinstallatie waarop de warmtepomp aangesloten
wordt, moet door een installateur uitgevoerd worden in over-
eenstemming met de waterinstallatieschema's in de plannings-
documenten.
f Spoel het leidingsysteem grondig door voordat de warmte-
pomp wordt aangesloten. Vreemde voorwerpen, zoals roest,
zand, afdichtingsmateriaal, belemmeren de goede werking
van de warmtepomp. Het is aan te bevelen onze filtermodule
in de CV retour te monteren (zie hoofdstuk "Toestelbeschrij-
ving/toebehoren").
Om het toestel gemakkelijk te kunnen aansluiten op de verwar-
mingsinstallatie zijn koppelingen bij het toestel geleverd (zie
hoofdstuk "Montage/koppelingen monteren").
40
60
80
100
WPE-I H(K) 230 Premium |
11