POWER WAVE
R450
®
SMAW-LASSEN (STICK)
De instellingen voor de lasstroom en vlamboogsterkte kunnen worden
ingesteld via een Power Feed™ 84 of Power Feed™ 25M
draadtoevoerapparaat. Als alternatief kan een optionele Stick/Tig-UI in de
voeding worden geïnstalleerd om deze instellingen lokaal te besturen.
In een SMAW (STICK-modus) kan de vlamboogsterkte worden aangepast.
De vlamboogsterkte kan lager worden ingesteld voor een zachte, minder
doordringende vlamboog (negatieve numerieke waarden) of hoger
(positieve numerieke waarden) voor een harde, meer doordringende
vlamboog. Bij het lassen van celluloseachtige elektroden (E6010, E7010,
E6011), is een energiekere vlamboog vereist om het vlamboogevenwicht te
waarborgen. Dit wordt normaal gezien aangegeven wanneer de elektrode
aan het werkstuk kleeft of wanneer de vlamboog onstabiel wordt tijdens de
hantering ervan. Voor waterstofarme elektroden (E7018, E8018, E9018) is
een zachtere vlamboog doorgaans wenselijk. Het onderste uiteinde van de
vlamboogbesturing is geschikt voor zulke elektroden. De vlamboogbesturing
is hoe dan ook beschikbaar om het energiepeil van de vlamboog te
verhogen of verlagen.
GTAW-LASSEN (TIG)
De instellingen voor de lasstroom kunnen worden ingesteld via een Power
Feed™ 84 of Power Feed™ 25M draadtoevoerapparaat. Als alternatief kan
een optionele Stick/Tig-UI in de voeding worden geïnstalleerd om deze
instellingen lokaal te besturen.
De TIG-modus heeft een continue besturing van 5 tot 550 ampère mits het
gebruik van een optionele voetschakelaar. De POWER WAVE
worden gebruikt in TIG-modus met 'Touch Start' of TIG-modus met 'Scratch
Start'.
Lasafstand 0,50
Korte vlambooglengte
LASSEN MET CONSTANTE SPANNING (CV)
Synergetische CV
Voor elke draadtoevoersnelheid is een bijhorende spanningswaarde
voorgeprogrammeerd in de machine via speciale software in de fabriek.
De nominale voorgeprogrammeerde spanningswaarde is de beste
gemiddelde spanningswaarde voor een zekere draadtoevoersnelheid,
maar deze kan naar wens worden aangepast. Wanneer de
draadtoevoersnelheid wordt gewijzigd, past de POWER WAVE
spanningswaarde automatisch aan om een soortgelijke vlamboog te
behouden over het WFS-bereik.
Niet-synergetische CV
Bij niet-synergetische lasmodi gedraagt de draadtoevoerregeling zich
eerder als een conventionele CV-voeding waarbij de
draadtoevoersnelheid en de spanning onafhankelijke van elkaar kunnen
worden aangepast. Daarom moet de operator, om de
vlamboogkenmerken te behouden, de spanning aanpassen om
eventuele wijzigingen in de draadtoevoersnelheid te compenseren.
Alle CV-modi
Met 'pinch' (de lasafstand) wordt de zichtbare inductiviteit van de golfvorm
aangepast. De 'pinch'-functie is omgekeerd evenredig tot de inductiviteit.
Als u de 'pinch' hoger dan 0,0 instelt, krijgt u een hardere vlamboog (meer
spatten). Als u de 'pinch' lager dan 0,0 instelt, krijgt u een zachtere
vlamboog (minder spatten).
R450 kan
®
PULSLASSEN
Pulslasprocedures worden ingesteld door een algemene variabele voor de
'vlambooglengte' in te stellen. Bij pulslassen hangt de vlamboogspanning
sterk samen met de golfvorm. De piekstroom, achtergrondstroom, stijgtijd,
valtijd en pulsfrequentie hebben allen invloed op de spanningswaarde. De
precieze spanningswaarde voor een gegeven draadtoevoersnelheid kan
slechts worden voorspeld mits alle parameters van de pulserende golfvorm
gekend zijn. De spanning of lasafstand kan worden aangepast.
De lasafstand past de vlambooglengte aan en varieert van 0,50 tot 1,50,
met een nominale waarde van 1,00. Bij lasafstandwaarden hoger dan 1,00
neemt de vlambooglengte toe en bij waarden lager dan 1,00 neemt de
vlambooglengte af. (Zie afbeelding B.3)
Afbeelding B.3
Lasafstand 1,00
Gemiddelde vlambooglengte
B-7
Bediening
®
R450 de
Lasafstand 1,50
Lange vlambooglengte