POWER WAVE
R450
®
KABELINDUCTIVITEIT EN DE EFFECTEN ERVAN OP HET
LASSEN
Overmatige kabelinductiviteit leidt tot slechtere lasprestaties. Er zijn
verschillende factoren die bijdragen aan de algehele inductie van het
kabelsysteem, waaronder de kabelafmetingen en het lusgebied. Het
lusgebied wordt gedefinieerd door de scheidingsafstand tussen de elektrode
en de werkstukkabels en de totale lengte van de laslus. De lengte van de
laslus wordt gedefinieerd als de totale lengte van de elektrodekabel (A) +
werkstukkabel (B) + de laslengte (C) (zie Afbeelding A.5).
Gebruik altijd kabels van de juiste afmetingen om de inductiviteit te
minimaliseren en leg de elektrode- en werkstukkabel waar mogelijk dicht bij
elkaar om het lusgebied te minimaliseren. Aangezien de meest belangrijke
factor bij kabelinductiviteit de lengte van de laslus is, is het belangrijk om
buitensporig lengtes te voorkomen en de kabels niet op te wikkelen. Voor
lange werklengtes is het zinnig om ene glijdende aarding te gebruiken om
de totale lengte van de laslus zo kort mogelijk te houden.
SPECIFICATIES VAN DE EXTERNE DETECTIEKABEL
Overzicht spanningdetectie
De POWER WAVE
®
R450 levert de beste vlamboogprestaties wanneer de
machine nauwkeurige gegevens heeft over de vlamboogcondities.
Afhankelijk van het proces kan de inductiviteit binnen de elektrode- en
werkstukkabels echter van invloed zijn op de spanning die op de
aansluitingen van het lasapparaat aanwezig is en een dramatisch effect
hebben op de prestaties. Er worden externe spanningdetectiekabels
gebruikt om de nauwkeurigheid van de informatie over de
vlamboogspanning die aan de besturingsprintplaat wordt geleverd, te
verbeteren. Hiervoor zijn detectiekabelsets (K940) verkrijgbaar.
De POWER WAVE
®
R450 kan automatisch detecteren wanneer er externe
detectiekabels zijn aangesloten. Daardoor zijn er geen voorwaarden voor
het instellen van de machine voor het gebruik van externe detectiekabels.
Deze functie kan worden uitgeschakeld via de Weld Manager Utility (te
downloaden op www.powerwavesoftware.com) of via het instellingenmenu
op het scherm van de gebruikersinterface (als er een gebruikersinterface is
geïnstalleerd in de voeding).
LET OP
POWER
WAVE
R450
Als de functie automatische detectiefunctie is uitgeschakeld en externe
spanningdetectie is ingeschakeld, maar de detectiekabels ontbreken of onjuist
aangesloten zijn, kunnen extreem hoge lasspanningen optreden.
Algemene richtlijnen voor spanningdetectiekabels
Detectiekabels moeten zo dicht mogelijk bij de las worden bevestigd en zo
mogelijk het pad van de lasstroom niet snijden. Bij extreem gevoelige
toepassingen kan het nodig zijn om kabels die de detectiekabels bevatten
weg te leiden van de elektrode- en werkstukkabel.
De vereisten voor de spanningdetectiekabels zijn afhankelijk van het
lasproces (zie tabel A.2)
Elektrodespanningdetectie
Proces
GMAW
67-draad vereist
GMAW-P
67-draad vereist
STT
4
67-draad vereist
FCAW
67-draad vereist
Spanningdetectie op
GTAW
aansluitingen
(1) De elektrodespanningdetectiekabel (67) wordt automatisch geactiveerd door het lasproces en
maakt integraal deel uit van de 5-polige ArcLink®-besturingskabel (K1543-×).
(2) Wanneer een werkstukdetectiekabel (21) is aangesloten schakelt de voeding automatisch
over naar deze feedback (als de automatische detectiefunctie is geactiveerd).
(3) Voor een semiautomatische procesbediening met negatieve polariteit ZONDER gebruik van
een externe werkstukdetectiekabel (21) moet het attribuut Negative Electrode Polarity worden
ingesteld.
(4) Voor STT is een STT- of Advanced-module vereist.
Afbeelding A.5
A-10
Tabel A.2
Werkstukspanningdetectie
(1)
67-draad
21-draad
21-draad optioneel
21-draad optioneel
21-draad vereist
21-draad optioneel
Spanningdetectie op
aansluitingen
Werkstuk
MONTAGE
(2)
(3)
(3)
(3)