POWER WAVE
R450
®
AANBEVOLEN LASKABELAFMETINGEN VOOR
VLAMBOOGLASSEN
Sluit de elektrodekabel en de werkstukkabel aan tussen de geschikte
uitgangsbouten van de POWER WAVE
richtlijnen:
LET OP
Voor een bediening met negatieve elektrodepolariteit ZONDER gebruik van een
externe werkstukdetectiekabel (21) moet het attribuut Negative Electrode
Polarity worden ingesteld. Raadpleeg de sectie 'Specificaties van de externe
detectiekabel' in dit document voor meer informatie.
Zie voor aanvullende veiligheidsinformatie over de elektrode- en
werkstukkabel de norm 'Veiligheidsinformatie' vooraan in deze
instructiehandleiding.
ALGEMENE RICHTLIJNEN
•
Selecteer de juiste maat kabels volgens de onderstaande
'Richtlijnen voor laskabels'. Overmatige spanningsdalingen
veroorzaakt door te dunne laskabels en slechte aansluitingen leiden
vaak tot onbevredigende lasprestaties. Gebruik altijd de grootste
laskabels (elektrode en werkstuk) die praktisch zijn en zorg ervoor dat
alle aansluitingen schoon en deugdelijk zijn.
Opmerking: extreme warmte in de lasschakeling is een aanwijzing voor te
dunne kabels en/of slechte verbindingen.
TABEL A.1 - AANBEVOLEN KABELAFMETINGEN - MET RUBBER GEÏSOLEERD KOPER - GESCHIKT
STROOM-
Percentage
STERKTE
gebruikscyclus
200
100
250
100
300
100
400
100
450
100
500
60
550
40
** Tabelwaarden zijn voor gebruik bij omgevingstemperaturen van maximaal 104°F (40 °C). Voor toepassingen boven 104°F (40 °C) kunnen kabels nodig zijn die groter zijn
dan aanbevolen of kabels die warmer mogen worden dan 167°F (75 °C).
R450 volgens de onderstaande
®
VOOR 167 °F (75 °C))[1]
KABELAFMETINGEN VOOR KABELS MET GECOMBINEERDE ELEKTRODE EN
0 tot 50 voet
50 tot 100 voet
2
2
1
1
2/0
2/0
3/0
3/0
3/0
3/0
2/0
2/0
2/0
2/0
•
Leid alle kabels rechtstreeks naar het werkstuk en het
draadtoevoerapparaat, vermijd overmatige lengtes en rol
overtollige kabel niet op. Leid de elektrode en werkstukkabel dicht bij
elkaar om het lusgebied en daarmee de inductiviteit van de
lasschakeling te minimaliseren.
•
Las altijd in een richting van de werkstukaansluiting (aarde) af.
Tabel A.1 bevat de voor verschillende stroomsterktes en gebruikscycli
aanbevolen koperdraadformaten. De aangegeven lengtes zijn de afstand
van het lasapparaat tot het werkstuk en weer terug naar het lasapparaat. De
kabelafmetingen nemen toe voor grotere lengtes, voornamelijk met als doel
de spanningsval te minimaliseren.
WERKSTUKKABEL
100 tot 150 voet
150 tot 200 voet
2
1
1
1
2/0
2/0
3/0
3/0
4/0
4/0
3/0
3/0
3/0
3/0
A-9
MONTAGE
200 tot 250 voet
1/0
1/0
3/0
4/0
2-3/0
4/0
4/0