9 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Sluit als eerste altijd de aardingsdraad aan.
Zorg ervoor dat het stripte deel van de geel/groene draad langer is dan dat van de andere draden.
De elektrische aansluitkabels moeten van het type H05 VVF zijn met PVC-isolatie volgens de norm EN 60335-2-40.
De vermogenskabel moet een aderdiameter hebben van ten minste 2,5 mm
Wanneer de binnenunit een elektrische verwarming heeft, dan is er maar één vermogensvoeding en moet u ervoor
zorgen dat de voedingskabel correct is gedimensioneerd.
Algemene veiligheidsinstructies voor apparaten met elektrische weerstanden:
■ Koppeling met de ventilator: de elektrische batterij (met 1 of 2 verwarmingselementen) moet beslist gekoppeld
zijn met de ventilator. Met ieder opzettelijk of per ongeluk uitschakelen van de ventilatormotorunit moeten verplicht
de voeding van de elektrische weerstanden worden onderbroken en een naventilatie worden toegepast.
■ Voor een goede gelijktijdige werking met warm water en elektrische verwarmingselementen, wordt alleen het
gebruik van de lage temperatuurbereiken aanbevolen om een goede werking van de beveiligingen te garanderen.
■ De bescherming tegen oververhitting van de apparaten met verwarmingselementen wordt verzorgd door 2
temperatuurbegrenzingsthermostaten (fig. 12, item a), altijd aan de kant van de elektrische box. De thermostaten
mogen niet eerder gereset worden voordat de oorzaak van de oververhitting is opgespoord en verholpen:
- Inschakelen van de spanning zonder ventilatie.
- Gedeeltelijk dichtslibben van het filter.
- Regeling die de batterij en de ventilator tegelijk uitschakelt.
Sluit nooit meerdere motoren van ventilatorconvectoren parallel aan op dezelfde thermostaat.
NL-27
.
2
MAJOR LINE
TM