4 - MECHANISCHE AANSLUITING
Werkzaamheden die worden uitgevoerd door iemand die niet beschikt over de hiervoor benodigde
technische kennis kunnen leiden tot lichamelijk letsel of schade aan de unit of aan de ruimte.
Horizontaal model:
Het apparaat wordt geïnstalleerd aan het plafond.
Het apparaat moet aan het plafond worden bevestigd door middel van 4 draadstangen met diameter 6 of 8 (niet
meegeleverd), die worden vastgezet in de 4 sleufgaten met elastische bevestigingen (accessoire).
Laat de metalen ring weg
Controleer bij het model NCH of de plafondplaten gemakkelijk verwijderd kunnen worden en
er genoeg plaats is voor reparatie- en onderhoudswerkzaamheden.
Bij het model NCH U moet het uitblaasplenum ook aan het plafond worden bevestigd met een draadstang met
diameter 6 mm of 8 mm (niet meegeleverd), die worden vastgezet aan de steunpoot met een elastische bevestiging
(accessoire, fig. 5
item a) of met een moer en ring aan weerskanten van de steunpoot (fig. 5 item b).
Opmerking: Om het doorgeven van trillingen aan het gebouw te beperken tijdens de werking, raadt CIAT
ten zeerste het gebruik aan van trillingsvrije rubber ophangingen voor het bevestigen van de unit.
Verticaal model:
■ Tegen de muur bevestigd met 4 schroeven
■ Op de vloer geplaatst met steunpoten of luchtaanzuigkamer (model met aanzuiging aan de onderkant)
■ Direct op de vloer geplaatst (model met frontaanzuiging)
■ Alle apparaten moeten perfect waterpas zijn.
■ Zorg ervoor dat de achterkant van het apparaat, bij een systeem zonder kanaalaanzuiging,
voldoende verwijderd is van de muur (horizontaal model, montage zonder aanzuigkast) of de
vloer (verticaal model, montage zonder voet) (minimaal 100 mm) (fig. 6).
■ Als er een regeling is met een kamerthermostaat, mag deze niet worden geplaatst in de zon,
noch achter een deur, noch boven een apparaat dat warmte afgeeft. Plaats de thermostaat bij
voorkeur tegen een binnenmuur op 150 cm boven de vloer.
MAJOR LINE
TM
NL-18