3.3 Elektrische aansluiting
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Schakel de voedingsspanning uit voor-
dat u gaat werken aan het product.
- U dient er zeker van te zijn dat de voe-
dingsspanning niet per ongeluk kan
worden ingeschakeld.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- De installatie dient via een aardlekscha-
kelaar met een uitschakelstroom van
minder dan 30 mA te zijn aangesloten.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Controleer of de voedingsstekker die bij
het product wordt geleverd voldoet aan
de lokale voorschriften.
- De voedingsstekker moet gebruikmaken
van hetzelfde PE-aansluitsysteem als
het stopcontact. Als dat niet het geval
is, gebruikt u een geschikte adapter in
overeenstemming met de plaatselijke
voorschriften.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Voedingskabels zonder stekker moeten
worden aangesloten op een stroomon-
derbreker die is opgenomen in de vaste
bedrading in overeenstemming met de
plaatselijke bedradingsregels.
Alle elektrische aansluitingen moeten
gemaakt worden door een bevoegd per-
soon in overeenstemming met de plaatse-
lijke regelgeving.
Afhankelijk van de lokale voorschriften kan
een pomp met een voedingskabel van
minimaal 10 m worden gebruikt als de
pomp wordt gebruikt als een draagbare
pomp voor verschillende toepassingen.
6
Zorg ervoor dat het product geschikt is voor aanslui-
ting op het elektriciteitsnet. Spanning en frequentie
staan vermeld op het typeplaatje van de pomp.
De pomp moet worden aangesloten op een externe
hoofdschakelaar. Als de pomp niet dicht bij de scha-
kelaar is geïnstalleerd, moet de schakelaar vergren-
delbaar zijn.
Driefasenpompen moeten op een externe motorbe-
veiliging worden aangesloten. De nominale stroom
van de motorbeveiliging moet overeenkomen met de
elektrische gegevens op het typeplaatje van de
pomp.
Als een niveauschakelaar is verbonden met een
driefasenpomp, moet de motorbeveiliging magne-
tisch bedienbaar zijn.
Eenfase- en driefasenpompen zijn voorzien van een
thermische schakelaar en vereisen geen extra
motorbeveiliging. Behalve voor de Unilift KP 350, 3 x
200 V, 50 Hz, die moet worden aangesloten op een
stroomonderbreker voor beveiliging van de motor.
Als de motor overbelast is, dan schakelt
deze automatisch uit. Wanneer de motor is
afgekoeld naar een normale temperatuur
zal de pomp automatisch herstarten.
Driefasenpompen met vlotterschakelaar (Unilift KP-A)
moeten met een schakelaar op de netvoeding worden
aangesloten. Zie afb. 7.
Afb. 7
Bedradingsschema