Tabel 16 De configuratieparameters
P.0
Het menu Verlaten
P.1
Draadaanvoersnelheid
(WFS = wire feed speed)
eenheden
P.4
Geheugen oproepen met de
toortsschakelaar
P.5
Methode om van procedure te
veranderen
P.7
Bijstellen toortsafwijking
P.9
Uitkratervertraging
Nederlands
Sluit het menu af
Hierdoor kunt u WFS eenheden wijzigen:
"m/min" (fabrieksinstellingen)
"in/min"
Met deze optie is het mogelijk een geheugen terug te halen door snel de
toortsschakelaar in te drukken en weer los te laten:
"Inschakelen" = Kiest geheugen 2 t/m 50 door snel de pistooltrekker in te
drukken en weer los te laten. Om een geheugenplek met de
pistooltrekker moet u snel pistooltrekker indrukken en weer loslaten qua
aantal malen overeenkomstig met het geheugennummer. Bijvoorbeeld:
om geheugen 3 terug te halen moet u snel pistooltrekker 3 maal
indrukken en weer loslaten. Geheugens oproepen met de pistooltrekker
is alleen mogelijk terwijl er niet gelast wordt.
"Uitschakelen" (fabrieksinstelling) = Geheugenselectie is alleen mogelijk
via de knoppen op het paneel.
Deze optie kiest hoe de afstandsbediende procedureselectie (A/B) wordt
gemaakt.
De
volgende
geselecteerde procedure op afstand te wijzigen:
"Externe schakelaar" (fabrieksinstelling) = De selectie Dubbele
procedure mag alleen worden uitgevoerd met de cross-switch-toorts of
de afstandsbediening.
"Snelle toortsschakelaar" = Maakt omschakelen mogelijk tussen
procedure A en procedure B terwijl er wordt gelast met de 2T-modus. Zo
werkt het:
Ingestelde lasparameters voor procedure A en B (zie de
A/B-procedure in Balk Lasparameters.).
Start de las door de toortsschakelaar in te drukken. Het systeem
zal lassen met de instellingen van procedure A
Tijdens het lassen moet u de toortsschakelaar snel inknijpen en
weer loslaten. Het systeem schakelt over op de instellingen voor
procedure B. Herhaal dit om terug naar de instellingen voor
procedure A terug te schakelen. De procedure kan zo vaak als
nodig tijdens de lassen worden gewijzigd.
Laat de toortsschakelaar los om op te houden met lassen. Als de
volgende las wordt gemaakt start het systeem weer met
procedure A.
Deze optie stelt de draadaanvoersnelheidsijking bij van de trekmoter van
een drukken/trekken-toorts. Dit kan alleen worden uitgevoerd als andere
mogelijke herstellingen eventuele druk/trek-problemen niet oplossen. Voor
het uitvoeren van de ijking van de afwijking van de trekmotor voor de
toorts is een toerentalmeter vereist. Zo voert u de ijkingsprocedure uit:
1.
Ontlast de drukarm op zowel de trek- als de drukdraadaandrijving
2.
Stel de draadaanvoersnelheid in op 5,08 m/min.
3.
Verwijder de draad uit de trek-draadaandrijving.
4.
Houd een toerentalmeter op de aandrijfrol in de trektoorts.
5.
Druk de trekker in op de druk/ trektoorts.
6.
Meet het toerental van de trekmotor. Het toerental moet liggen
tussen 115 en 125 t/min. Verlaag zo nodig de ijkingsinstelling om
de trekmotor te vertragen of verhoog de ijkingsinstelling om de
trekmotor te versnellen.
Het ijkingsbereik is -30 tot +30, met 0 als de uitgangswaarde.
Deze optie wordt gebruikt om de uitkraterprocedure over te slaan bij het
maken van kort op elkaar gelegen lassen. Als de toortsschakelaar wordt
losgelaten voordat de timer verloopt, dan wordt Uitkrateren overgeslagen en
eindigt de las. Als de toortsschakelaar wordt losgelaten nadat de timer is
verstreken, verloopt de uitkratersequentie normaal (als hij is ingeschakeld),
UIT (0) tot 10,0 seconden (uitgangssituatie = uit)
26
methode
kan
worden
gebruikt
om
de
Nederlands