Tabel 14 Toegangscontrole
Symbool
PIN
Selecteer het item dat u wilt
vergrendelen
Functies opslaan/deactiveren
Functiemodus activeren/deactiveren of
functies voor Functiemodus selecteren
Pincode - hiermee kunt u de pincode
instellen.
Zo stelt u de pincode in:
Open het menu ʺConfiguratieʺ en daarna het menu
ʺToegangscontroleʺ.
Gebruik de rechterknop [21] om het pictogram
"Pincode" te markeren.
Afbeelding 48
Druk op de rechterknop [21]. Het menu voor
instellingen "Vergrendeling" wordt op het display
weergegeven.
Afbeelding 49
Draai de rechterknop [21] om te selecteren: nummers
0-9.
Druk op de rechterknop [21] om het eerste teken van
het wachtwoord te bevestigen.
De volgende tekens worden op dezelfde manier
geselecteerd.
WAARSCHUWING
Na het plaatsen van laatste teken wordt het menu
automatisch afgesloten.
Nederlands
Beschrijving
Selecteer het item dat u wilt vergrendelen -
hiermee kunt u sommige functies op de balk
met
ontgrendelen.
Om functies te vergrendelen:
Open het menu ʺConfiguratieʺ en daarna het menu
ʺToegangscontroleʺ.
Gebruik de rechterknop [21] om het pictogram
"Selecteer het item dat u wilt vergrendelen" te
markeren.
Druk op de rechterknop [21]. Het menu "Functies
vergrendelen" wordt op het display weergegeven.
Gebruik de rechterknop [21] om de functie te
markeren (bijvoorbeeld "Geavanceerde instellingen").
Druk op de rechterknop [21]. Het pictogram van de
gekozen parameter verdwijnt uit het onderste gedeelte
van het display (Afbeelding 52). Deze parameter
verdwijnt ook uit de balk met lasparameters [29].
Als de gebruiker de functie wil ontgrendelen, moet de
gebruiker dezelfde stappen uitvoeren als voor het
vergrendelen van de functie.
20
lasparameters
vergrendelen/
Afbeelding 50
Afbeelding 51
Afbeelding 52
WAARSCHUWING
Nederlands