Het dLAN-wachtwoord kan op verschillende manieren
worden ingesteld:
dLAN-netwerk coderen:
b
dLAN-netwerk met een druk op de knop coderen:
Druk eerst op de coderingsknop van de
dLAN 1200+ gedurende ca. 1 seconde en bin-
nen 2 minuten op de coderingsknop van de
dLAN 1200 triple+, ook gedurende ca. 1
seconde.
of
b
dLAN-netwerk door invoer van het dLAN-wacht-
woord in de devolo Cockpit coderen: Informatie
hierover
vindt
u
in
devolo Cockpit.
Zodra op beide apparaten het witte LED
brandt permanent, is uw dLAN-netwerk ge-
configureerd en tegen onbevoegde toegang
beveiligd.
3.3.2 Aanvulling – Bestaand netwerk uit-
breiden
Steek de dLAN 1200 triple+ in een stopcontact/
wandstopcontact. Zodra het LED-controlelampje
regelmatig, met een frequentie van 0,5 sec., rood
knippert, is de adapter gebruiksklaar maar nog
niet in het dLAN-netwerk geïntegreerd.
dLAN 1200 triple+ in een bestaand dLAN-netwerk
integreren
Voordat u de dLAN 1200 triple+ in uw dLAN-netwerk
kunt inzetten, moet u deze eerst met uw bestaande
dLAN-apparaten tot een netwerk verbinden. Dit ge-
beurt door het gemeenschappelijk gebruik van een
dLAN-wachtwoord. Het dLAN-wachtwoord kan op ver-
schillende manieren worden ingesteld:
dLAN-netwerk coderen:
dLAN-netwerk met een druk op de knop coderen:
4.3
hoofdstuk
Druk eerst op de coderingsknop (ca. 1 seconde)
van een adapter uit uw bestaande netwerk en
binnen 2 minuten op de coderingsknop van de
nieuwe dLAN 1200 triple+ (ook ca. 1 seconde).
of
b
dLAN-netwerk door invoer van het dLAN-wacht-
woord in de devolo Cockpit coderen: Meer infor-
matie vindt u in hoofdstuk 4.3 devolo Cockpit.
Zodra het witte LED brandt permanent, de
nieuwe dLAN 1200 triple+ is in uw bestaan-
de, beveiligde dLAN-netwerk opgenomen.
Ingebruikneming 14
devolo dLAN 1200 triple+