BEDIENING VAN DE
KOOKPLAAT
BEDIENINGSEENHEID
G
F
G
G
F
G
C
B
E
E
D
A
Sensortoetsen van de instelling:
A Aan/uit toets kookplaat
B Toets voor vergrendeling/kinderbeveiliging
C Toets voor verlaging van het ingestelde vermogen en tijdfuncties
D Toets voor verhoging van het ingestelde vermogen en tijdfuncties
E Toets voor inschakeling van de kookzone
F Decimale punt die de ingeschakelde tijdfunctie aangeeft
G Display van de kookstand
14