SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel
werken niet goed
a. Indien het bedieningspaneel de snelheid en
afstand niet op de juiste wijze registreert, verwij-
dert u eerst de sleutel uit het bedieningspaneel
en HAALT U HET STROOMSNOER UIT HET
STOPCONTACT. Verwijder vervolgens de vijf #8 x
3/4" Pankopschroeven (18), en draai nauwkeurig
de Motorkap (68) eraf.
a
68
18
Zoek vervolgens de Snelheidssensor (124) en de
Magneet (126) aan de linkerkant van de Katrol
(54). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd
met de Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen
de Magneet en de Snelheidssensor ongeveer
3 mm is. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4"
Schroef (5) losser, beweegt u de Snelheidssensor
lichtjes en maakt u de Schroef weer vast. Maak de
Motorkap weer vast, en loop een paar minuten op
de loopband om te controleren of de snelheid juist
wordt afgelezen.
Boven-
aanzicht
124
5
3 mm
18
18
18
54
126
30
b. Indien het bedieningspaneel niet goed opstart, of
als het bedieningspaneel vaststaat en niet reageert,
reset u het bedieningspaneel naar de standaard
fabrieksinstellingen. BELANGRIJK: Door dit te
doen, wist u alle aangepaste instellingen die u
aan het bedieningspaneel hebt gemaakt. Voor
het resetten van het bedieningspaneel zijn twee
personen nodig. Zet eerst de stroomschakelaar in
de stand Off (uit). Zoek vervolgens naar de kleine
reset-opening (D) aan de rechterkant van het
bedieningspaneel. Gebruik een gebogen paperclip
(E) en houd hiermee de reset-knop in de opening
ingedrukt en laat een tweede persoon de stroom-
schakelaar in de reset-positie (aan) zetten. Blijf
de reset-knop (D) ingedrukt houden tot het bedie-
ningspaneel aan gaat. Als het resetten voltooid
is, zal het bedieningspaneel uitgaan en dan weer
aangaan. Als dat niet gebeurt, gebruik dan de
stroomschakelaar om de loopband uit en weer aan
te zetten. Controleer op firmware-updates als het
bedieningspaneel aan is (zie stap 5 op bladzijde
24). Let op: Het kan een paar minuten duren voor-
dat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
b
E
D