DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
WIJZIGEN
BELANGRIJK: Een aantal van de instellingen en de
beschreven functies is mogelijk niet ingeschakeld.
Soms kan een firmware-update ertoe leiden dat uw
bedieningspaneel iets anders gaat functioneren.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Schakel de stroom eerst in en steek de sleu-
tel in het bedieningspaneel (zie DE STROOM
INSCHAKELEN op bladzijde 18). Let op: Het kan
even duren voordat het bedieningspaneel klaar is
voor gebruik.
Selecteer vervolgens het hoofdmenu. Wanneer
u het bedieningspaneel aan zet, zal het hoofd-
menu op het scherm verschijnen nadat het bedie-
ningspaneel is opgestart. Als u in een training
bent, raakt u het scherm aan en drukt u op Pause
(pauze), dan op End (einde) en vervolgens op
Finish (voltooien) om terug te keren naar het
hoofdmenu.
Druk vervolgens op uw naam of Hello (hallo) op het
scherm en tik dan op Settings (instellingen). Het
instellingenmenu zal op het scherm verschijnen.
2. N avigeer door de instellingenmenu's en wijzig
desgewenst de instellingen.
Schuif of tik op het scherm om indien gewenst
omhoog of omlaag te scrollen. Druk eenvoudig-
weg op de menunaam om een instellingenmenu te
bekijken. Druk op de terug-toets (pijlsymbool) om
een menu te verlaten. U kunt instellingen inzien en
wijzigen in de volgende instellingenmenu's:
Account
• My Profile (mijn profiel)
• In Workout (in training)
• Manage Accounts (accounts beheren)
Equipment (apparatuur)
• Equipment Info (apparatuur-informatie)
• Equipment Settings (apparatuur-instellingen)
• Maintenance (onderhoud)
• Wi-Fi
About (over)
• Legal (juridisch)
3. Pas de meeteenheid en andere instellingen aan.
Om de meeteenheid, tijdzone of andere instellin-
gen aan te passen, drukt u op Equipment Settings
(apparatuur-instellingen) en vervolgens op de
gewenste instellingen.
Het bedieningspaneel kan snelheid en afstand
weergeven in of standaard of metrische
meeteenheden.
4. Bekijk de apparaat-informatie.
Druk op Equipment Info (apparatuur-informatie) en
vervolgens op Machine Info (apparaat-informatie)
om informatie over uw loopband te zien.
5. W erk de firmware van het bedieningspaneel bij.
Controleer voor de beste resultaten regelma-
tig op firmware-updates. Druk op Maintenance
(onderhoud), en vervolgens op Update om te
zien of er firmware-updates zijn via uw draadloze
netwerk. De update zal automatisch beginnen.
BELANGRIJK: Zet de loopband niet uit of
koppel hem niet los als de firmware wordt
bijgewerkt om te voorkomen dat het bedie-
ningspaneel beschadigd raakt.
Het scherm zal de voortgang van de update
weergeven. Als de update voltooid is, zal de loop-
band uitgaan en dan weer aangaan. Als dat niet
gebeurt, gebruik dan de stroomschakelaar (zie DE
STROOM INSCHAKELEN op bladzijde 18) om de
loopband uit te zetten, wacht eventjes en zet hem
dan weer aan. Let op: Het kan een paar minuten
duren voordat het bedieningspaneel klaar is voor
gebruik.
Let op: Soms kan een firmware-update ertoe leiden
dat het bedieningspaneel iets anders gaat functio-
neren. Deze updates worden altijd ontwikkeld om
uw trainingservaring te verbeteren.
6. Kalibreer het hellingssysteem van de loopband.
Druk op Maintenance (onderhoud), druk op
Calibrate Incline (helling kalibreren), en druk
vervolgens op Begin om het hellingssysteem te
kalibreren. De loopband zal automatisch naar het
maximale hellingsniveau stijgen en dan naar de
startpositie terugkeren. Zo wordt het hellingssys-
teem gekalibreerd. Druk op Cancel (annuleren) om
terug te keren naar het menu. Als het hellingssys-
teem is gekalibreerd, drukt u op Finish (voltooien).
24