HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
Stel het bedieningspaneel in voordat u de loopband
voor de eerste keer gaat gebruiken.
1. Maak verbinding met uw draadloze netwerk.
Voor toegang tot internet, het downloaden van
iFit-ningen en het gebruik van verschillende andere
functies van het bedieningspaneel, dient u te zijn
aangesloten op een draadloos netwerk. Volg de
instructies op het scherm om het bedieningspaneel
op uw draadloze netwerk aan te sluiten.
2. De instellingen afstellen.
Vul het formulier op het scherm in om het bedie-
ningspaneel in te stellen op het weergeven van
de gewenste meeteenheid en uw tijdzone. Let
op: Om deze instellingen later te wijzigen, zie DE
INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
WIJZIGEN op bladzijde 24.
3. Inloggen op of aanmaken van een iFit-account.
Verstrek uw e-mail-adres en volg de instructies op
het scherm om u te registreren voor of in te loggen
op uw iFit-account.
4. Rondleiding op het bedieningspaneel.
De eerste keer dat u het bedieningspaneel inscha-
kelt, leiden dialoogvensters op het scherm u door
de functies van het bedieningspaneel.
5. Controleer op firmware-updates.
Druk eerst op uw naam of Hello (hallo) op het
scherm en druk vervolgens op Settings (instellin-
gen). Selecteer vervolgens het onderhoudsge-
deelte. Druk dan op Update om via uw draadloze
netwerk naar firmware-updates te zoeken. Zie stap
5 op bladzijde 24 voor meer informatie.
6. Het hellingssysteem kalibreren.
Drukt eerst op uw naam of Hello (hallo) op het
scherm. Selecteer vervolgens het hoofdmenu van
de instellingen. Selecteer dan het onderhoudsge-
deelte, druk op Calibrate Incline (helling kalibreren)
en vervolgens op Begin om het hellingssysteem
te kalibreren. Zie stap 6 op bladzijde 24 voor meer
informatie.
Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met oefenen
kunt beginnen. De volgende bladzijden geven uitleg
over de verschillende trainingen en andere functies die
het bedieningspaneel biedt.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad-
zijde 20. Voor gebruik van een kaarttraining, zie
bladzijde 21. Voor gebruik van een teken-je-eigen-
kaart-training, zie bladzijde 22. Voor gebruik van een
afstands- of tijdstraining, zie bladzijde 23.
Voor het wijzigen of bekijken van de bedie-
ningspaneelinstellingen, zie bladzijde 24. Voor het
aansluiten op een draadloos netwerk, zie bladzijde
25. Voor gebruik van het geluidssysteem, zie blad-
zijde 26.
BELANGRIJK: Als er zich velletjes plastic op het
bedieningspaneel bevinden, verwijder dan het
plastic. Draag schone trainingsschoenen wanneer
u de loopband gebruikt om beschadiging aan het
loopvlak te voorkomen. Bekijk bij de eerste keer,
dat u de loopband gebruikt, de uitlijning van de
loopbandriem en leg, indien nodig, de loopband-
riem in het midden (zie bladzijde 29).
19