6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft verschil-
lende snelheidsinstellingen.
Druk herhaaldelijk op de
ventilator-toetsen om een
ventilator-snelheid te kiezen
of om de ventilator aan of uit
te zetten.
7. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met trainen.
Stap op de voetleuningen en druk op de toets Stop
op het bedieningspaneel of tik op het scherm. Druk
vervolgens op het stoppictogram op het scherm of
druk opnieuw op de toets Stop. Er zal een samen-
vatting van de training op het scherm verschijnen.
Als u uw training wilt bewaren voor toekomstig
gebruik, kunt u deze als favoriet toevoegen door te
drukken op het hart-pictogram op het scherm. Met
een van de opties op het scherm kunt u eventueel
uw resultaten opslaan of publiceren. Druk op Finish
(voltooien) om het hoofdmenu te verlaten. Haal dan
de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze
op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met het gebruik van de loop-
band, zet u de stroomschakelaar in de stand Off
(uit) en haalt u het stroomsnoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
EEN KAARTTRAINING GEBRUIKEN
Let op: Het bedieningspaneel moet zijn aangesloten
op een draadloos netwerk (zie VERBINDEN MET EEN
DRAADLOOS NETWERK op bladzijde 25) om een
kaarttraining te gebruiken.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie DE STROOM INSCHAKELEN op bladzijde 18.
2. Kies het hoofdmenu of de trainingsbibliotheek.
Druk op Home (hoofdmenu) of Browse (bladeren)
op het scherm om het hoofdmenu of de trainingsbi-
bliotheek te selecteren.
3. Selecteer een kaarttraining.
Voor het selecteren van een kaarttraining, drukt
u op de gewenste optie op het scherm. Let op:
De aanbevolen kaarttrainingen op uw bedie-
ningspaneel veranderen regelmatig. Als u een
van de weergegeven trainingen wilt bewaren voor
toekomstig gebruik, kunt u deze als een favoriet
toevoegen door te drukken op het hart-pictogram
op het scherm. Voor het tekenen van uw eigen
kaarttraining, zie bladzijde 22.
Het scherm zal de duur en de afstand van de trai-
ning en het geschatte aantal calorieën dat u tijdens
de training zult verbranden aangeven.
4. Start de training.
Druk op Start om de training te starten. Kort nadat
u op de toets hebt gedrukt, komt de loopbandriem
in beweging. Houd de handleuningen vast en begin
te lopen.
Tijdens de training geeft een kaart op het scherm
uw voortgang weer.
Als u het einde van de training nadert, zal de
loopbandriem vertragen en stoppen en wordt er
een trainingsoverzicht op het scherm weergege-
ven. Nadat u het trainingsoverzicht hebt bekeken,
drukt u op Finish (voltooien) om terug te keren
naar het hoofdmenu. Met een van de opties op het
scherm kunt u eventueel uw resultaten opslaan of
publiceren.
5. Controleer uw voortgang met de
weergavemodi.
Zie stap 5 op bladzijde 20.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 links.
7. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met trainen.
Zie stap 7 links.
21