NAAISTEKEN
————————————————————————————————————————————————————
Schelpsteken
Een golvend, zich herhalend patroon in de vorm van
schelpen. Dit motief wordt gebruikt op kragen van
blouses of randen van zakdoeken.
1
Bevestig monogramvoet "N".
• Meer bijzonderheden vindt u in "De
persvoet verwisselen" (pagina 33).
2
Selecteer steek
• Meer bijzonderheden vindt u in "Steken
selecteren" (pagina 56).
3
Stik langs de rand van de stof, niet op de rand.
• U krijgt betere resultaten, wanneer u eerst
stijfsel op de stof spuit en de stof perst met
een hete strijkbout.
Snijd de stof af langs de steken.
4
• Pas op dat u de steken niet doorsnijdt.
88
.
Smokwerk
De decoratieve steek die u verkrijgt door te stikken of
borduren over plooien, heet smoksteek. Hiermee
verfraait u de voorkant van blouses of manchetten.
De smoksteek geeft de stof meer veerkracht en
elasticiteit.
1
Bevestig zigzagvoet "J".
• Meer bijzonderheden vindt u in "De
persvoet verwisselen" (pagina 33).
2
Selecteer de rechte steek, stel de steeklengte
in op 4 mm (3/16 inch) en verlaag de
draadspanning.
• Meer bijzonderheden vindt u in "De
steeklengte aanpassen" (pagina 50) en "De
spanning van de bovendraad wijzigen"
(pagina 48).
3
Naai parallelle steken op 1 cm afstand
(3/8 inch).
1 1 cm (3/8 inch)
• Achteruitnaaien/verstevigingssteken zijn niet
noodzakelijk; ook hoeft u de draad niet af te
knippen.
4
Trek de onderdraad aan om plooien te maken.
Strijk de plooien met een strijkbout.
J
1