VOORBEREIDINGEN —————————————————————————————————————————————————
De bovendraad inrijgen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de spoel plaatst voor de bovendraad en hoe u de draad inrijgt in de
naald.
VOORZICHTIG
G
Volg voor het inrijgen van de bovendraad de instructies zorgvuldig op. Is de bovendraad niet
juist ingeregen, dan kan de draad verward raken of kan de naald verbuigen of afbreken.
Over de draadklos
Met deze naaimachine kunt u een draadklos in de
bijgesloten draadcassette plaatsen en vervolgens de
draadcassette inrijgen. Informatie over draadklossen
vindt u hieronder.
I Klossen die u in de draadcassette kunt plaatsen
Normaliter plaatst u een klos draad in de
draadcassette en gebruikt u deze. Wilt u de klos
kunnen laden, dan moet de doorsnee kleiner zijn
dan de oranje kloskap en de hoogte kleiner dan
de markering op het deksel van het
draadcassettevak.
1
2
1 Kloskap (oranje)
2 Draadklos
3 Markering op het deksel van het draadcassettevak
I Klossen die u niet in de draadcassette kunt
plaatsen
Voor klossen die u niet in de draadcassette kunt
plaatsen, gebruikt u de bijgesloten extra klospin.
16
3
1 1
Wanneer u de extra klospin gebruikt, bevestigt u
ofwel de grote of de kleine witte kloskap, naar
gelang de grootte van de klos. Gebruik een kloskap
met een iets grotere doorsnee dan die van de klos.
1
1 Kloskap (groot)
2 Kloskap (klein)
3 Draadklos
Memo
G Meer bijzonderheden over het gebruik van
de extra klospin vindt u in "Werken met de
extra klospin" (pagina 22).
G Wanneer u een draadklos met
kruiswikkeldraad gebruikt, zorg dan dat er
enige ruimte blijft tussen de kap en de
draadklos.
1
3
1 Kloskap (klein)
2 Tussenruimte
3 Draadklos
2
3
2