DE BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN —————————————————————————————————————————
Zet de naaimachine aan.
3
4
Selecteer de gewenste naaisnelheid door de
schuifknop voor snelheid naar links of naar
rechts te schuiven.
Wanneer u de knop naar links schuift, wordt
de naaisnelheid lager; wanneer u de knop naar
rechts schuift, wordt de snelheid hoger.
1
1 Schuifknop voor snelheidsregeling
• De snelheid die u instelt met de knop voor
snelheidsregeling, is de maximum
naaisnelheid voor het voetpedaal.
5
Wanneer u klaar bent om te gaan naaien,
drukt u langzaam het voetpedaal in.
Door het voetpedaal in te drukken verhoogt u
de naaisnelheid; door het voetpedaal omhoog
te laten komen verlaagt u de naaisnelheid.
• Druk het voetpedaal langzaam in. Wanneer
u het voetpedaal te hard indrukt, begint het
naaien te snel.
De machine begint te naaien.
6
Wanneer u aan het eind bent, laat u het
voetpedaal helemaal omhoogkomen.
De machine stopt met de naald omlaag (in
de stof).
44
7
G
G
G
Langzamer
Sneller
Wanneer u klaar bent met naaien, haalt u de
naald omhoog en knipt u de draden af.
• Meer bijzonderheden vindt u in "De draad
afknippen" (pagina 47).
Memo
G Wanneer het voetpedaal is aangesloten,
kunt u niet de start/stoptoets gebruiken om
het naaien te starten of te stoppen.
G Wanneer u stopt met naaien, staat de naald
omlaag (in de stof). U kunt de machine zo
instellen dat de naald omhoog staat
wanneer u stopt met naaien. Meer
bijzonderheden over de instelling 'naald
omhoog' wanneer u stopt met naaien vindt
u in "De naaldstopstand wijzigen"
(pagina 38).
VOORZICHTIG
Pas op dat zich geen draad of stof
ophoopt in het voetpedaal; dit kan leiden
tot brand of een elektrische schok.
Plaats geen voorwerpen op het
voetpedaal; dit kan leiden tot schade aan
de machine of letsel veroorzaken.
Als u de machine lange tijd niet gebruikt,
ontkoppelt u het voetpedaal; anders
bestaat het risico van brand of
elektrische schok.