Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel, op het voorpaneel van de naaimachine, bestaat uit diverse toetsen en schuiven waarmee
u bepaalt hoe de steek wordt genaaid.
1 Steken
Er zijn 50 steken. Selecteer steek 00-49.
Onder het steeknummer verschijnt een letter (A, G, J, N of R) die aangeeft welke persvoet u moet gebruiken.
2 Steekindicator / 3 Steekselectietoets
Druk op de steekselectietoets en selecteer het nummer van de steek die u wilt gebruiken. Er zijn 50 steken beschikbaar.
Meer bijzonderheden vindt u in "Steken selecteren" (pagina 56).
4 Steeklengte-indicator / 5 Steeklengtetoets / 6 Steeklengteschuif
Hiermee past u de lengte van de steek aan. U drukt eerst op de steekbreedtetoets, zodat de indicator oplicht, en vervolgens
past u met de steekbreedteschuif de steekbreedte aan.
7 Steekbreedte-indicator / 8 Steekbreedtetoets / 9 Steekbreedteschuif
Hiermee past u de steekbreedte of de naaldstand aan. U drukt eerst op de steeklengtetoets, zodat de indicator oplicht, en
vervolgens past u met de steeklengteschuif de steeklengte aan.
1
2
4
5
6
3
7
8
9
Omslag E