De ontvanger testen
De ontvanger testen
52
Zelftest van de ontvanger:
1. Zet de monitor en de recorder aan.
2. Zet de ontvanger aan met de Aan/Uit schakelaar.
3. Als u de ontvanger aanzet gebeurt het volgende:
• Het Aan lampje van de ontvanger (A) gaat branden.
• Het zusteroproeplampje (B) en het batterij lampje (D) branden 1
seconde.
• Het transmissie INOP lampje (C) gaat branden en blijft branden
totdat de zender wordt ingeschakeld.
• De telemetrie indicator op de monitor gaat branden als aanduiding
van het telemetrie bewakingsgebruik.
• Op de foetale curve wordt
afgedrukt.
TELE
Hoofdstuk 9 - Service en onderhoud