MQ STREET PRO 1 CE-ZAAG — VOORSCHRIFTEN VOOR VEILIGE BEDIENING
Algemene veiligheid
■ Zorg dat u ALTIJD de procedures in de gebruikershandleiding
leest, begrijpt en in acht neemt voordat u het apparaat gaat
bedienen.
■ Let op dat u ALTIJD bekend bent met de juiste veiligheids-
instructies en bedieningstechnieken voordat deze de zaag
gebruikt.
■ Laat de machine NOOIT zonder toezicht terwijl deze
draait.
■ Gebruik de remmen als u weggaat of als u op een helling
bezig bent.
■ Handhaaf deze apparatuur te allen tijde in een veilige bedie-
ningsomgeving.
■ Stop de motor ALTIJD voordat u onderhoud aan de motor
uitvoert of brandstof en olie bijvult.
■ Gebruik de motor NOOIT zonder luchtfilter. Er kan ernstige
schade optreden.
■ Voer ALTIJD op regelmatige basis onderhoud uit aan het
luchtfilter teneinde een slecht functioneren van de carburateur
te voorkomen.
■ VERMIJD het dragen van sieraden of losse kleding die in de
bediening of bewegende onderdelen kunnen vastgrijpen. Dit
kan ernstig letsel veroorzaken.
■ Blijf ALTIJD uit de buurt van roterende of bewegende on-
derdelen als de zaag in gebruik is.
■ Bewaar ALTIJD de apparatuur op juiste wijze als deze niet
in gebruik is. Apparatuur moet altijd worden bewaard in een
schone, droge omgeving buiten het bereik van kinderen.
■ Zorg dat de werkomgeving ALTIJD netjes en schoon is.
■ Reinig ALTIJD het snijgedeelte van enig stof, ruim gereed-
schap op, enz. zodat dit geen enkel risico kan vormen als de
zaag wordt gebruikt.
WAARSCHUWING
Controleer ALTIJD of het snijgedeelte
schoon is voordat de motor wordt ge-
start.
■ Zorg dat tijdens het bedienen van de zaag het onervaren en
onbevoegde personeel zich buiten het bereik van het snijge-
deelte bevindt.
■ Neem altijd alle geldende verplichte voorschriften in acht die
relevant zijn betreffende de milieubescherming, met name
brandstofopslag, het gebruik van gevaarlijke stoffen en het
dragen van veiligheidskleding en apparatuur. Instrueer, indien
nodig, de gebruiker of als de gebruiker om deze informatie en
training vraagt.
PAGINA 8 — SP 1 ZAAG-CE — GEBRUIKSHANDLEIDING — REV. #3 (06/09/08)
Veiligheid diamantblad
■ Gebruik de juiste staalgecentreerde diamantbladen die zijn
vervaardigd voor gebruik bij betonzagen. Zie voor nadere
bladinformatie de pagina's 17 t/m 19.
WAARSCHUWING
Inspecteer voor elk gebruik ALTIJD
de diamantbladen. Het blad mag geen
scheuren, vuil of defecten in de staal-
gecentreerde kern en/of rand vertonen.
Gecentreerde (arbor) opening mag
geen schade vertonen en moet zuiver
zijn.
■ Controleer de bladflensen op schade en overmatige slijtage.
■ Controleer of het blad schoon is voordat het wordt geïnstal-
leerd. Het blad moet goed in de as worden bevestigd en tegen
de binnenste/buitenste bladflensen.
■ Controleer of het blad is gemarkeerd met een bedieningssnel-
heid die groter is dan de assnelheid van de zaag.
■ Snijd uitsluitend materiaal waarvoor het diamantblad is
gespecificeerd. Lees de specificaties van het diamantblad
om te controleren of het juiste gereedschap bij het te snijden
materiaal wordt gebruikt. De zaag is vervaardigd voor NAT
SNIJDEN. Controleer of een blad voor NAT SNIJDEN wordt
gebruikt en dat het watertoevoersysteem naar het blad goed
functioneert en wordt gebruikt.
■ Zorg dat de bladbeveiligingen ALTIJD zijn aangebracht. Bloot-
stelling van het diamantblad mag niet meer dan 180 graden
bedragen.
■ Contoleer of het diamantblad niet in aanraking komt met de
grond of het oppervlak tijdens transport. Laat het diamantblad
NIET vallen op de grond of het oppervlak.
■ De motorregelaar is ingesteld op het toestaan van maximale
motorsnelheid bij geen belasting. U mag geen wijzigingen
aanbrengen in de motorregelaar om de snelheid te verhogen.
Door de motorsnelheid te vergroten, kan de nominale max.
assnelheid worden overschreden, waardoor een onveilige
situatie kan ontstaan.
■ Controleer of het blad in de juiste richting is bevestigd. (zie
afbeelding 4, pagina 13)
■ Neem de aanbevelingen van de fabrikant van het blad in acht
inzake bediening, opslag en veilig gebruik van de bladen.