SPECIFIEK TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAP
Onderstaande bladen dienen te worden gebruikt voor deze zaag
Snijwiel met gesegmenteerde stalen kern of doorlopende
diamantrand
Enig ander type gereedschap mag niet worden gebruikt. Zie tabel
4 voor specifiek bladgebruik voor materiaal.
WAARSCHUWING
Nalatigheid om het diamantblad grondig te inspecteren
(afbeelding 10) op operationele veiligheid kan leiden tot
schade aan het blad of de zaag en kan letsel veroorzaken
bij de gebruiker of anderen in de gebruiksomgeving. Gooi
beschadigde of versleten bladen weg en vervang deze door
een nieuw blad.
Afbeelding 10. Diamantblad
SP 1 ZAAG-CE — GEBRUIKSHANDLEIDING — REV. #3 (06/09/08) — PAGINA 17
MQ STREET PRO 1 CE-ZAAG — BLADEN
Opening aandrijfpen – Een opening in de kern van het
1.
diamantblad die voorkomt dat het blad tijdens gebruik weg-
slipt tussen de binnenste en buitenste bladflensen (kragen).
Controleer de diameter van de opening om te garanderen dat
geen vervorming plaatsvindt en dat een stevige bevestiging
bestaat tussen de opening en de aandrijfpen.
2.
Ontspanningsgaten (plofgaten) – Controleer de stalen
kern op scheuren die kunnen zijn ontstaan vanuit de sleuven
en/of plofgaten. Scheuren geven een defect van extreme
vermoeidheid weer en als het zagen wordt voortgezet zal
een ernstig defect optreden.
Rand van de stalen kern – Controleer de diameterrand op
3.
verkleuring (blauwe oxidatie) die een oververhitting aangeeft
door onvoldoende koeling met water/lucht. Oververhitting
van bladen kan leiden tot verlies van kernspanning en/of
de mogelijkheid op bladdefecten vergroten. Controleer of
de stalen kernbreedte gelijk is met de rand van het blad
en niet wijkt naar een "ondersnede"-staat die ontstaat door
uiterst schurend materiaal of onjuiste ondersnede kernbe-
veiliging.
Pijlrichting – Controleer of het blad op de juiste wijze is
4.
geplaatst op de as om te kunnen zagen. Raadpleeg de
pijlrichting op het blad en plaats het blad dusdanig dat de
draairichting "omlaag snijdt" als de as draait.
Diamantsegment of rand – Controleer of er geen scheuren,
5.
vuil of ontbrekende gedeeltes zijn in het diamentsegment
of de rand. Gebruik GEEN blad waarvan een segment of
een gedeelte van de rand ontbreekt. Beschadigde en/of
ontbrekende segmenten/randen kunnen schade aan uw
zaag veroorzaken en de gebruiker of andere personen
kunnen hierdoor letsel oplopen in de bedrijfsomgeving.
Specificaties – Controleer of de bladspecificaties, grootte
6.
en diameter overeenkomen met de zaaghandeling. Natte
bladen maken gebruik van water als koelmiddel. Het gebruik
van een diamantblad dat niet geschikt is voor de taak kan
leiden tot slechte prestatie en/of schade aan het blad.
Arbor-opening – Het is essentieel dat de diemeter van de
7.
arbor-opening goed overeenkomt met de asarbor en dat
deze geen vervormingen vertoont. De juiste bladflensen
(kragen) moeten worden gebruikt. De binnenzijde van de
flensen moeten schoon en vrij van vuil zijn. Een arbor die
niet rond is, zal schade veroorzaken aan het blad en de
zaag.
8.
MAX TPM – De TPM-referentie is de maximale veilige
bedrijfssnelheid voor het geselecteerde blad. Overschrijd
NOOIT het maximale TPM (MAX RPM) van het diamantblad.
Overschrijding van de MAX TPM is gevaarlijk en kan leiden
tot slechte prestatie en beschadiging van het blad.. Alle
bladen die worden gebruikt, moeten zijn vervaardigd voor
de maximale as-TPM.