Dealerhandleiding
Bevestig de remarm stevig op de liggende achtervork met de remarmklem.
Controleer dat de remarm stevig is vastgezet op de liggende achtervork met de
remarmklem.
In het geval van terugtrapremspecificaties
4
Klik hier voor de actuele dealerhandleiding
https://si.shimano.com/DM/CASG001
(SG-C3001-7R / SG-C3001-7C / SG-C3001-7C-DX / SG-C3001-7D)
(B)
(A)
(C)
(D)
(B)
(A)
(C)
(E)
Terug naar indexpagina
(A)
Remarmklem
(B)
Liggende achtervork
(C)
Remarm
(D)
Klemmoer
(E)
Klemschroef (M6 × 16 mm)
Aanhaalmoment
2 - 3 Nm
WAARSCHUWING
Zorg bij het vastzetten van de remarm op het
frame dat u een armklem gebruikt die
overeenkomt met de maat van de liggende
achtervork en draai deze stevig vast met de
klembout en klemmoer tot het aangegeven
aanhaalmoment.
Gebruik een borgmoer met een nylon
inzetstuk (zelfborgende moer) als klemmoer.
Wij raden u aan om klembouten, klemmoeren
en remarmklemmen van Shimano te
gebruiken.
Als de klemmoer loskomt van de remarm, of
als de klembout of armklem beschadigd raakt,
kan de remarm rond de liggende achtervork
draaien en voor een plotselinge ruk aan het
stuur zorgen. Ook kan het wiel van de fiets
blokkeren, waardoor u kunt vallen of kunt
botsen met ernstig letsel als gevolg.
NOTITIE
•
Bij onjuiste montage kan de remwerking
worden aangetast. Zorg dat u bij het
monteren geen overmatige kracht
uitoefent.
•
Als er overmatige kracht wordt
uitgeoefend op de remarm om deze vast te
zetten, zal het wiel geluid maken en
moeilijk te draaien zijn.
•
Controleer na het monteren van de
remarmklem dat de klemschroef ongeveer
2 - 3 mm uitsteekt vanaf het oppervlak van
de klemmoer.
Klemmoer
Remarm
Remarmklem
Klemschroef
(M6 × 16 mm)
2 - 3 mm
•
Controleer voordat u de terugtraprem
gebruikt dat de rem goed werkt en het
wiel soepel draait.
11