Het faxen voorbereiden
Sluit de printer op de telefoonlijn aan en stel de printer in voordat u de faxfuncties gebruikt. Geef vervolgens
de basisinstellingen op, zoals informatie over de afzender, datum/tijd en zomertijd.
Belangrijk
•
• Als de stroom wordt onderbroken:
Als er een stroomstoring is of u per ongeluk de stekker van de printer uit het stopcontact heeft
getrokken en de printer is uitgeschakeld tijdens de printerinstallatie of nadat u een instelling hebt
geselecteerd, zijn de instellingen als volgt.
De instellingen voor gebruikersgegevens, het telefoonboek en datum/tijd blijven wel behouden.
Als de voeding wordt onderbroken, is het onderstaande van toepassing:
U kunt geen faxen verzenden of ontvangen, kopieën maken of originelen scannen.
Als u een telefoon hebt aangesloten, is het afhankelijk van de telefoonlijn of de telefoon of u de
telefoon kunt gebruiken.
De printer instellen
De printer moet worden ingesteld op basis van uw telefoonlijn en het gebruik van de faxfunctie.
Alles instellen
Faxinstallatiehandleiding
Afzonderlijk instellen
De telefoonlijn aansluiten
Stap 1
Het telefoonlijntype instellen
Stap 2
De ontvangstmodus instellen
Stap 3
Informatie over de afzender instellen
Stap 4
Opmerking
• U kunt de faxinstellingen opgeven volgens de instructies op het LCD-scherm.
•
Handmatige instelling (Easy setup)
Als u de instellingen opgeeft volgens de instructies op het LCD-scherm, wordt de ontvangstmodus
ingesteld op Modus telef.prioriteit (Tel. priority mode) of Modus alleen fax (Fax only mode).
Als u faxen wilt ontvangen met DRPD of Netwerkschakelaar (Network switch), moet u de
ontvangstmodus wijzigen.
375