Wanneer de papierinstellingen voor afdrukken/kopiëren verschillen van
de papiergegevens die op de printer zijn geregistreerd
Voorbeeld:
•
• Papierinstellingen voor afdrukken/kopiëren: A5
•
• Papiergegevens die op de printer zijn geregistreerd: A4
Wanneer u begint met afdrukken/kopiëren, wordt er een bericht weergegeven.
Controleer het bericht, selecteer Volgende (Next) en kies een van de volgende opties.
Afdr. op gepl. papr (Print on set paper)
Selecteer deze optie als u wilt afdrukken/kopiëren op papier dat is geplaatst zonder de
papierinstellingen te hoeven wijzigen.
Wanneer de papierinstelling voor afdrukken/kopiëren bijvoorbeeld A5 is en de op de printer
geregistreerde papiergegevens A4 vermelden, begint de printer met afdrukken/kopiëren op het papier
dat in de achterste lade is geplaatst zonder de papierformaatinstelling voor het afdrukken/kopiëren te
wijzigen.
Papier vervangen (Replace paper)
Bepaal of u wilt afdrukken na het vervangen van het papier in de achterste lade.
Wanneer de papierformaatinstelling voor afdrukken/kopiëren bijvoorbeeld A5 is en de op de printer
geregistreerde papiergegevens A4 vermelden, plaatst u papier van A5-formaat in de achterste lade
voordat u begint met afdrukken/kopiëren.
Het registratiescherm voor papiergegevens wordt weergegeven nadat u het papier hebt vervangen.
Registreer de papiergegevens op basis van het papier dat u hebt geplaatst.
309