6.
Plaats het origineel, met de bedrukte kant naar boven.
7.
In het volgende scherm kunt u een voorbeeld bekijken van alle gekopieerde pagina's en kunt u door
de miniaturen bladeren.
●
Met de knoppen op de werkbalk kunt u in- en uitzoomen, een raster over het voorbeeld bekijken
en scannerinformatie over de geselecteerde pagina weergeven. U kunt de functie knijpen om
te zoomen (pinch to zoom) gebruiken of de voorgedefinieerde zoommodus aanpassen aan
scherm (fit to screen) of oorspronkelijk documentformaat (original document size). Wanneer u
de kopieermodus Alle pagina's scannen en deze naar de afdrukwachtrij sturen (Scan all pages,
then send to print queue) gebruikt, kunt u een pagina verwijderen.
●
Door te tikken op het beletseltekenpictogram
de instelling voor het verwijderen van de achtergrond weergeven of verbergen en de
kopieerinstellingen voor de volgende pagina's wijzigen. Wijzig de instellingen naar wens; deze
worden op de volgende gescande pagina toegepast.
8.
Tik op Voltooien (Finish) als er geen pagina's meer zijn om te kopiëren. Als u indirect afdrukken hebt
geselecteerd, tikt u op Voltooien en afdrukken (Finish & Print).
Als u de hoofdinstellingen van de quicksets wilt wijzigen voordat u de kopie start, tikt u op het
pictogram
152
Chapter 8 Scannen en kopiëren (alleen MFP)
ellips en selecteert u het deelvenster Quicksetdetails weergeven.
kunt u de werkbalk weergeven of verbergen,