Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

HP PageWide XL 3920 MFP Gebruikershandleiding pagina 134

Inhoudsopgave

Advertenties

5.
De lijst met quicksets voor het Print-from-My Home Folder (Afdrukken vanuit Mijn basismap) wordt
weergegeven. U kunt een van de quicksets voor de geselecteerde taak kiezen en/of bewerken.
OPMERKING:
gewijzigde instellingen alleen toegepast op de huidige taak en niet permanent opgeslagen. U kunt
een of meer van uw eigen quicksets permanent wijzigen door te tikken op het
quicksets (Quicksets beheren) of door te tikken op het
OPMERKING:
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Met Quickset name (Naam quickset) kunt u de quickset waarmee u werkt een naam geven.
Met Print quality (Afdrukkwaliteit) kunt u de afdrukkwaliteit instellen op Lines/Fast (Lijnen/snel),
Uniform areas (Uniforme vlakken) of High detail (Gedetailleerd).
Met Output scale (Uitvoerschaal) kunt u het formaat van de afdruk op twee manieren
aanpassen: op basis van een percentage van het oorspronkelijke formaat of op basis van
een bepaald papierformaat. De standaardwaarde is 100% (het originele formaat).
Met Color options (Kleuropties) kunt u kiezen tussen kleur of grijstinten.
Black & White (Met zwart-wit) kunt u zwart-wit kiezen.
Met Paper source (Papierbron) kunt u een specifieke papierbron selecteren of u kunt Save
paper (Papier besparen) kiezen, waarmee u automatisch de smalste rol kiest waar de afdruk op
past (als er meer dan één rol is geladen).
Met Paper category (Papiercategorie) kunt u een papiersoort kiezen.
Met Page order (Paginavolgorde) kunt u eerste pagina bovenop of laatste bovenop kiezen.
Met Collate (Sorteren) kunt u sorteren in- en uitschakelen.
Met Rotation (Rotatie) kunt u de afdruk met een veelvoud van 90° draaien, of u kunt Automatic
(Automatisch) kiezen, waarmee de afdruk automatisch gedraaid wordt om papier te sparen.
Met Print margins (Afdrukmarges) kunt u de standaardprintermarges wijzigen.
Storage mode (Opslagmodus) biedt twee opties: afdrukken en verwijderen (de taak wordt niet
vastgehouden in de wachtrij) en afdrukken en opslaan (de taak wordt vastgehouden in de
wachtrij).
Met Output destination (Uitvoerbestemming) kunt u uitvoer naar de stapelaar sturen (als u er
standaard een hebt), de emmer of de vouwmachine (als deze is geïnstalleerd).
Met Folding style (Vouwstijl) kunt u de vouwstijl selecteren wanneer de vouwmachine wordt
geïnstalleerd. Om de vouwmachine te kunnen gebruiken, moet u Folder (Vouwmachine)
selecteren in de instelling Output destination (Uitvoerbestemming).
6.
Als u tevreden bent met de quickset-instellingen, tikt u op OK om verder te gaan. U kunt op het
en vervolgens op Deelvenster met quicksetgegevens weergeven (show quickset details panel)
tikken om de meest gebruikte quicksetinstellingen weer te geven.
7.
In de rechterkolom van het scherm kunnen Copies (Exemplaren), Page order (Paginavolgorde) en
Collate (Sorteren) worden geselecteerd. Tik op Print (Afdrukken) om door te gaan.
128
Chapter 6 Een taak versturen om af te drukken
Als u een quickset bewerkt nadat u een taak hebt geselecteerd, worden de
De in de fabriek ingestelde quicksets kunnen niet worden gewijzigd.
en Manage
en Quicksets.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave