Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

HP PageWide XL 3920 MFP Gebruikershandleiding pagina 131

Inhoudsopgave

Advertenties

5.
De lijst met quicksets voor het afdrukken USB wordt weergegeven. U kunt een van de quicksets
voor de geselecteerde taak kiezen en/of bewerken.
OPMERKING:
Als u een quickset bewerkt nadat u een taak hebt geselecteerd, worden de
gewijzigde instellingen alleen toegepast op de huidige taak en niet permanent opgeslagen. U kunt
uw eigen quicksets permanent wijzigen door te tikken op het
daarna op Manage quicksets (Quicksets beheren); of door te tikken op het pictogram
Quicksets.
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Met Quickset name (Naam quickset) kunt u de quickset waarmee u werkt een naam geven.
Met Output scale (Uitvoerschaal) kunt u het formaat van de afdruk op twee manieren
aanpassen: op basis van een percentage van het oorspronkelijke formaat of op basis van
een bepaald papierformaat. De standaardwaarde is 100% (het originele formaat).
Met Print quality (Afdrukkwaliteit) kunt u de afdrukkwaliteit instellen op Lines/Fast (Lijnen/snel),
Uniform areas (Uniforme vlakken) of High detail (Gedetailleerd).
Met Color options (Kleuropties) kunt u kiezen tussen kleur of grijstinten.
Black & White (Met zwart-wit) kunt u zwart-wit kiezen.
Met Paper source (Papierbron) kunt u een specifieke papierbron selecteren of u kunt Save
paper (Papier besparen) kiezen, waarmee u automatisch de smalste rol kiest waar de afdruk op
past (als er meer dan één rol is geladen).
OPMERKING:
waarden: Print on same width only (Alleen afdrukken op dezelfde breedte) en Print on same
width or wider (Afdrukken op dezelfde breedte of breder). Als u Print on same width only (Alleen
afdrukken op dezelfde breedte) hebt geselecteerd, wordt elke pagina uitsluitend afgedrukt op
een rol die dezelfde breedte heeft als de pagina.
Met Paper category (Papiercategorie) kunt u een papiersoort kiezen.
Met Page order (Paginavolgorde) kunt u eerste pagina bovenop of laatste bovenop kiezen.
Met Collate (Sorteren) kunt u sorteren in- en uitschakelen.
Met Rotation (Rotatie) kunt u de afdruk met een veelvoud van 90° draaien, of u kunt Automatic
(Automatisch) kiezen, waarmee de afdruk automatisch gedraaid wordt om papier te sparen.
Met Printer margins (Printermarges) kunt u de standaardprintermarges wijzigen.
Storage mode (Opslagmodus) biedt twee opties: afdrukken en verwijderen (de taak wordt niet
vastgehouden in de wachtrij) en afdrukken en opslaan (de taak wordt vastgehouden in de
wachtrij).
Met Output destination (Uitvoerbestemming) kunt u uitvoer naar de stapelaar sturen (als u er
standaard een hebt), de emmer of de vouwmachine (als deze is geïnstalleerd).
De printerinstelling Roll width selection (Rolbreedte selecteren) heeft twee
op het quicksets-scherm en
Opslaan op een USB-flash-station
, daarna
125

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave