Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stap 3 - Relais Modus; Beschrijving; Stap 4 - Instellingen Opslaan - icoms TMA-3B3 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

10.3.3 Stap 3 – Relais modus

10.3.3.1 Beschrijving

Bij het activeren van de relaisfunctie wordt het interne relais geactiveerd wanneer een fiets wordt gedetecteerd.
Het relais kan worden gekoppeld aan telgebeurtenissen of aan "ITC" -gebeurtenissen (snel tellen in de richting van
aankomst, zie paragraaf 10.3.3.3).
Als het relais is gekoppeld aan het tellen van gebeurtenissen:
o
Eén klik van het relais per getelde fiets (één klik = tijdelijke sluiting van de "NO" -uitgang).
o
Deze klik vindt plaats wanneer het doel wordt gevalideerd door de TMA-3B3. Deze validatie vindt plaats wanneer
het doel de radardetectiezone verlaat (die zich ongeveer vanaf het installatiepunt tot ~ 8 m ervan uitstrekt). In
vergelijking met het afsnijpunt van de laserstraal, zal daarom sneller rekening worden gehouden met de
naderende doelen dan met de doelen in uitgaande richting. Als de radardetectie niet wordt gevalideerd, wordt de
validatie van het doel dat door de laser wordt gezien, gedaan na een time-out van 9 seconden.
Als het relais is gekoppeld aan "ITC" -meting:
o
Eén klik van het relais per fiets bij nadering gedetecteerd door de TMA-3B3 (één klik = tijdelijke sluiting van de
"NO" -uitgang).
o
Deze klik vindt plaats wanneer het doel wordt gevalideerd door de TMA-3B3.
Een minimumduur van 100 ms (configureerbaar) gedurende welke de toestand van het relais niet verandert, is
gegarandeerd voor de "actieve" en "inactieve" tijden.
Als er meer doelen worden gedetecteerd dan het relais kan communiceren gezien de hierboven beschreven tijdsbeperking,
worden ze aan een wachtrij toegevoegd totdat ze naar het relais kunnen worden gestuurd.
De grootte van deze wachtrij is vastgesteld op 10 (configureerbaar). Als de wachtrij groter is dan de maximale
grootte, worden de bijbehorende doelen genegeerd (om de detectiefrequentie te beperken en als bescherming
tegen mogelijke abnormale situaties).
Het relais wordt niet gevoed in de inactieve toestand (vanwege verbruiksredenen), maar kan desgewenst in
positieve veiligheid worden geconfigureerd.
Het relais maakt een klik bij het opstarten (om de werking gemakkelijk te kunnen controleren). Alle andere klikken vinden
alleen plaats bij het tellen.
10.3.3.2 Tellingen
Stel de "Relay mode" in op "Counting" om het relais te activeren telkens wanneer een fiets wordt gedetecteerd.
10.3.3.3 ITC (Intelligent Traffic Control) berichten (ook bekend als iVRI)
De ITC-functie activeert niet alleen het relais telkens wanneer een fiets wordt gedetecteerd, maar stuurt ook een extra ITC-bericht over
het RS-232-communicatiekanaal.
10.3.3.3.1 Beschrijving ITC-berichten
De ITC-berichten
Zijn bedoeld voor verkeersmanagementtoepassingen waarbij berichten snel of na een vaste vertraging moeten worden
verzonden nadat het doel de laserstraal is gepasseerd.
Kunnen worden gescheiden van de telberichten door te kijken naar het "detectietype" in het bericht (zie "11.3
Detectietypes").
Zijn alleen beschikbaar voor inkomende doelen (doelen die de detector naderen wanneer ze worden gemeten).
Mogen niet worden overwogen voor de teltoepassing van de TMA-3B3, aangezien ze worden gevolgd door een standaard
telbericht dat overeenkomt met hetzelfde doel (onmiddellijk of een paar seconden na het snelle bericht).
Zijn standaard gedeactiveerd.
10.3.3.3.2 Activering van de ITC-berichten
Om de ITC-berichten te activeren, zet u de "Relay mode" op "ITC".
10.3.4 Stap 4 – Instellingen opslaan
Zodra de limieten zijn gedefinieerd, stuurt u ze naar de radar door op de knop
14
te klikken.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave