Gereedmaken van de montagepositie
De elektrische voedingskabel in de huisinstallatie moet tijdens de gehele mechanische montage en elektrische installatie altijd stroom-
loos geschakeld zijn. De verbinding met het elektriciteitsnet mag pas na voltooiing van de elektrische installatie voor ingebruikname
tot stand worden gebracht.
GEVAAR
Gevaar door elektrische spanningen
Neem op elk moment de 5 veiligheidsregels in acht:
1
Vrijschakelen
2
Beveiligen tegen opnieuw inschakelen
3
Spanningsloosheid vaststellen
4
Aarden en kortsluiten
5
Aangrenzende onderdelen die onder spanning staan afdekken of afschermen
Ga als volgt te werk:
1 Bereid het boorsjabloon zo nodig voor de leidingen voor.
J Voor de directe doorvoering van de stroomleiding van
achteren snijdt u de met C aangeduide tule in op het
boorsjabloon.
J Voor de doorvoering van de data- en stuurleidingen snijdt
u de met DATA en EXT. CONTROL aangeduide tules op
het boorsjabloon in.
LET OP
Geadviseerde lengtes van de leidingen voor de bekabeling in de Wallbox
Voor het probleemloos aansluiten in de Wallbox adviseert ABL de volgende lengtes voor de leidingen:
x Stroomleiding: minimaal 130 mm
x Dataleiding: minimaal 170 mm
x Stuurleiding: minimaal 130 mm
LET OP
Lengte van de data- en stuurkabel
Voor de totale lengte van de data- en stuurleidingen gelden de volgende voorwaarden:
x De lengte van de dataleiding tussen het aftappunt (router, switch etc.) en de Wallbox is toegestaan tot maximaal 100 meter.
x De lengte van de stuurleiding tussen het aftappunt (rimpelspanningontvanger, VDE-FNN-regelunit etc.) en de Wallbox is toege-
staan tot maximaal 30 meter.
26
Installatie van de Wallbox eM4 Twin
A
DATA
170 mm
EXT. CONTROL
130 mm
B
230 / 400 V
130 mm
C