11. INBEDRIJFSTELLINGSVOORSCHRIFT
11.1 Overdrukketel met gasbrander
11.1.1 In bedrijf stellen
Wanneer de ketel na een periode van stilstand opnieuw
in bedrijf genomen moet worden, gaat u als volgt te werk:
a. Open de hoofdgaskraan.
b. Stel de weersafhankelijke regeling (indien gemon-
teerd) in op de handbediening.
c. Stel de thermostaten in op de warmtevraag (hoogste
stand).
d. Schakel de cirkulatiepomp in.
e. Schakel de hoofdschakelaar t.b.v. de ketel in.
f. Schakel de bedrijfsschakelaar in het bedieningspa-
neel in.
LET OP:
Wanneer het bedieningspaneel uitgerust is met een
weersafhankelijke ketelregeling, zet dan de programma-
keuzeschakelaar in de stand "
cirkulatiepomp en/of een boilerpomp zijn aangesloten op
de ketelregeling, zet dan de beide pompschakelaars in
de stand "
" (deze 2 schakelaars bevinden zich naast
de bedrijfsschakelaar in het bedieningspaneel).
Het volgende zal nu plaatsvinden:
De ventilator van de gasbrander gaat draaien en de
vuurhaard wordt gedurende de spoeltijd geventileerd met
geheel geopende luchtklep. Daarna zal de luchtklep naar
de startstand gaan. De ontsteking wordt ingeschakeld en
de startgasklep wordt geopend. De aansteekvlam ont-
staat en wordt gekontroleerd. Vervolgens geeft de bevei-
ligingsautomaat het signaal vrij, de brander naar vollast
te sturen.
11.1.2 Uit bedrijf nemen
Schakel de elektrische voeding t.b.v. de ketel uit. Het
verdient aanbeveling om bij werkzaamheden aan de
brander ook de hoofdgaskraan te sluiten.
". Wanneer tevens een
11.2 Overdrukketel met oliebrander
11.2.1 In bedrijf stellen
Wanneer de ketel na een periode van stilstand opnieuw
in bedrijf genomen moet worden, gaat u als volgt te werk:
a. Open de olietoevoer.
b. Stel de weersafhankelijke regeling (indien gemon-
teerd) in op handbediening.
c. Stel de thermostaten in op warmtevraag (hoogste
stand).
d. Schakel de cirkulatiepomp in.
e. Schakel de hoofdschakelaar t.b.v. de ketel in.
f. Schakel de bedrijfsschakelaar in het bedieningspaneel
in.
LET OP:
Wanneer het bedieningspaneel uitgerust is met een
weersafhankelijke ketelregeling, zet dan de programma-
keuzeschakelaar in de stand "
cirkulatiepomp en/of een boilerpomp zijn aangesloten op
de ketelregeling, zet dan de beide pompschakelaars in
de stand "
" (deze 2 schakelaars bevinden zich naast
de bedrijfsschakelaar in het bedieningspaneel).
Het volgende zal nu plaatsvinden:
De ventilator en de oliepomp van de oliebrander gaat
draaien en de vuurhaard wordt gedurende de spoeltijd
geventileerd met geheel geopende luchtklep. Daarna zal
de luchtklep naar de startstand gaan. De ontsteking
wordt ingeschakeld, de magneetklep wordt geopend en
de olietoevoer naar de nozzle vrijgegeven. De vlam ont-
staat en wordt gekontroleerd. Vervolgens geeft de bevei-
ligingsautomaat het signaal vrij, de brander naar vollast
te sturen.
11.2.2 Uit bedrijf nemen
Schakel de elektrische voeding t.b.v. de ketel uit. Het
verdient aanbeveling om bij werkzaamheden aan de
brander of bij langdurige stilstand ook de olietoevoer af te
sluiten.
17
". Wanneer tevens een