10. BEDIENINGSPANEEL
10.1 Algemeen
Het bedieningspaneel is opgebouwd uit modulen.
Deze modulen bevatten alle benodigde besturings- en
meetinstrumenten om de ketel te regelen. Alle aansluitin-
gen zijn voorbedraad en de branderkabels zijn uitgevoerd
met stekers.
1
3
2
A
Afb. 14 Uitgebreid bedieningspaneel type KSF 101.104
Module A:
1. Regelthermostaat Aan/Uit, instelling tussen 35 en
95 ° C.
2. Urenteller deellast
3. Resetschakelaar niveaubeveiligingsautomaat
Module B:
4. Regelthermostaat Hoog/Laag, instelling tussen 35 en
95 ° C.
5. Urenteller vollast.
10
4
6
9
7
8
5
B
C
De capillairen en voelerleiding, die uit het bedienings-
paneel komen, worden in de dompelbuizen geplaatst,
welke voor in de ketel zijn gemonteerd. Het bedienings-
paneel is voorzien van een niveaubeveiligingsautomaat.
11
12
13
D
Module C :
6. Maximaalthermostaat 110 ° C (vergrendelend).
7. Bedrijfsschakelaar Aan/Uit met optisch signaal.
8. Schakelaar ten behoeve van cirkulatiepomp
Hand/Uit/Automatisch.
9. Schakelaar ten behoeve van boilerpomp
Hand/Uit/Automatisch.
10. Zekering 3A MT.
Module D :
11. Analoge thermometer ketelwatertemperatuur.
12. Centrale storingslamp, rood.
13. Storingslamp niveaubeveiliging, geel.
Module E :
14. Inbouwmogelijkheid voor een rematic weersafhan-
kelijke ketelregeling.
15
14
E