Volumeregeling
Het geluidsvolume van de telefoon regelt u door op
drukken.
Deze luidspreker maakt het mogelijk vanaf een korte afstand te spreken en luisteren
zonder dat u de telefoon bij uw oor hoeft te houden. U kunt de luidspreker gebruiken voor
gesprekken, geluids- en videotoepassingen en multimediaberichten. Bij geluids- en
videoberichten wordt standaard de luidspreker gebruikt. Dankzij de luidspreker kunt u
tijdens een gesprek gemakkelijker andere toepassingen gebruiken.
Als u tijdens een actieve oproep de luidspreker wilt gebruiken, selecteert u Opties→
Luidspreker
insch.. U hoort een toon,
volumesymbool verandert.
Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, kunt u de luidspreker niet activeren.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker
wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Als u tijdens een actieve oproep de luidspreker wilt uitschakelen, selecteert u Opties→
Telefoon
insch..
Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen:
contactpersonen, tekstberichten en multimediaberichten, afbeeldingen en beltonen,
videorecorder, RealPlayer
TM
, agenda en actiepunten en gedownloade toepassingen. Door
het gebruik van een of meer van deze functies is er mogelijk minder geheugen
beschikbaar voor de overige functies die geheugen delen. Als u bijvoorbeeld veel
multimediaberichten opslaat, kan al het beschikbare geheugen worden opgebruikt. Uw
apparaat kan een bericht weergeven dat het geheugen vol is wanneer u een functie
probeert te gebruiken die gedeeld geheugen gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u
(harder) of
verschijnt op de navigatiebalk en het
(zachter) te
Volumesymbolen:
- voor hoofdtelefoon,
- voor luidspreker.
Figuur 4
Volumesymbolen voor
hoofdtelefoon en
luidspreker worden op de
navigatiebalk
weergegeven.
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
15