Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hydraulische Verbindingen; Elektrische Aansluiting; Gevaar Voor Elektrocutie - Wilo Medana CH1-LSP Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

7.3

Hydraulische verbindingen

7.4

Elektrische aansluiting

Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Medana CH1-LSP • Ed.01/08/2023
LET OP
Elke pomp kan in de fabriek zijn getest om de hydraulische prestaties te
verifiëren en er kan water in het product zijn achtergebleven. Ten behoe-
ve van de hygiëne moet de pomp voor gebruik worden doorgespoeld.
Breng isolatiemateriaal (kurk of versterkt rubber) onder de pomp aan om geluidsoverlast en
de overdracht van trillingen naar de installatie te vermijden.
Aansluitingen algemeen
De pomp mag niet het gewicht van de leidingen dragen (Fig. 5).
Toegestane inbouwposities voor pomp (Fig. 8).
Het wordt aangeraden de pomp te voorzien van afsluiters aan de zuig- en perszijde.
Gebruik dilatatievoegen om het geluids- en trillingsniveau van de pomp te verminderen.
Dicht de leidingen goed af met passende producten.
Zorg ervoor dat er een droogloopbeveiliging is geïnstalleerd om te voorkomen dat de
pomp droogloopt.
Beperk de horizontale lengte van de leidingen en vermijd alles wat wrijvingsverlies kan
veroorzaken (krimp, bochten, knellen, enz.).
Zuigaansluitingen
De diameter van de zuigleiding mag nooit kleiner zijn dan de opening van de pomp. Bo-
vendien wordt voor pompen in de 4 m³/h-serie met een aanzuighoogte (HA) van meer
dan 6 m geadviseerd leidingen te gebruiken met een diameter die groter is dan de DN
van de pomp, om wrijvingsverliezen te beperken.
De pomp moet het hoogste punt van de installatie zijn. De leiding moet altijd omhoog
lopen vanuit het gebruikspunt tot aan de pomp. Zo wordt voorkomen dat er luchtbellen
worden gevormd in de zuigleiding (Fig. 3b).
Er mag geen lucht in de zuigleiding binnendringen wanneer de pomp in bedrijf is.
De installatie van een terugslagklep in de persleiding wordt geadviseerd om de pomp te-
gen drukstoten te beschermen.
Indien deze indirect via een reservoir is aangesloten, moet de aansluiting van de aan-
zuigleiding worden uitgerust met een zuigzeef (max. 2 mm doorsnede) en een terug-
slagklep om te voorkomen dat onzuiverheden de pomp binnendringen.
Dompel de zuigkorf onder (min. 200 mm) wanneer de pomp zich in de afzuigmodus be-
vindt. Breng indien nodig ballast aan op de flexibele leiding.
GEVAAR

Gevaar voor elektrocutie

Indien de elektrische aansluiting verkeerd is uitgevoerd bestaat gevaar
voor elektrocutie.
■ Laat de elektrische aansluiting uitsluitend uitvoeren door een door de
lokale elektriciteitsleverancier goedgekeurde elektricien en conform de
lokaal geldende voorschriften.
■ Voorafgaand aan de elektrische aansluiting moet de pomp spannings-
vrij en beveiligd zijn tegen onbevoegde herinschakeling.
■ Om een veilige installatie en bediening te garanderen, moet de pomp
correct worden geaard met de aardterminals van de spanningsvoorzie-
ning (Fig. 6).
Verifieer dat de gebruikte nominale stroom, spanning en frequentie overeenkomen met
de gegevens op het typeplaatje van de pomp.
De pomp moet op de stroomvoorziening worden aangesloten met behulp van een kabel
uitgerust met een contrastekker of een hoofdschakelaar.
De driefasemotoren moeten worden aangesloten op een goedgekeurde veiligheidsin-
stallatie. De nominale stroominstelling moet overeenkomen met de waarde die op de
sticker van de motor staat vermeld.
Enkelfasige motoren zijn standaard uitgerust met thermische motorbeveiliging; hierdoor
stopt de pomp als de toegestane temperatuur van de wikkeling wordt overschreden en
start deze automatisch weer zodra deze weer is afgekoeld.
nl
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave