nl
2.5
Veiligheidsvoorschriften
voor montage- en on-
derhoudswerkzaamhe-
den
2.6
Ongeautoriseerde modi-
ficatie van onderdelen en
gebruik van ongeautori-
seerde reserveonderde-
len
2.7
Ongeoorloofde ge-
bruikswijzen
10
hun veiligheid of gedetailleerde instructie hebben gekregen over
het gebruik van het apparaat.
Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze
niet spelen met het apparaat.
•
Als warme of koude onderdelen van het product of de installa-
tie een gevaar vormen, is het de verantwoordelijkheid van de
klant deze te beveiligen tegen aanraken.
•
Beschermingen die beveiligen tegen het aanraken van bewe-
gende onderdelen (zoals de koppeling), mogen tijdens bedrijf
van het product niet worden verwijderd.
•
Gevaarlijke vloeistoffen (die bijv. explosief, giftig of heet zijn)
die hebben gelekt (bijv. van de asafdichtingen), moeten worden
afgevoerd zodat geen gevaar ontstaat voor personen of het
milieu. Nationale wettelijke bepalingen moeten worden geres-
pecteerd.
•
Gevaar door elektrische stroom moet worden geëlimineerd. Lo-
kale of algemene richtlijnen [bijv. IEC, VDE, enz.] en voorschrif-
ten van lokale energiebedrijven moeten worden nageleefd.
De gebruiker moet verzekeren dat alle onderhouds- en installa-
tiewerkzaamheden worden uitgevoerd door erkend en gekwalifi-
ceerd personeel, dat voldoende is geïnformeerd door hun eigen
gedetailleerde studie van de inbouw- en bedieningsvoorschriften.
De werkzaamheden aan het product/de installatie mogen uitslui-
tend bij stilstand worden uitgevoerd. De in de inbouw- en bedie-
ningsvoorschriften beschreven procedures voor het stilzetten van
het product/de installatie moeten altijd in acht worden genomen.
Onmiddellijk na beëindiging van de werkzaamheden moeten alle
veiligheids- en beveiligingsapparaten worden teruggeplaatst en
weer in gebruik worden genomen.
Ongeautoriseerde modificatie van onderdelen en gebruik van on-
geautoriseerde reserveonderdelen zullen de veiligheid van het
product/personeel in gevaar brengen en maken de verklaringen
van de fabrikant betreffende de veiligheid ongeldig. Aanpassin-
gen aan het product zijn slechts toelaatbaar na overleg met de fa-
brikant.
Originele reserveonderdelen en toebehoren die door de fabrikant
zijn geautoriseerd, garanderen de veiligheid. Het gebruik van an-
dere onderdelen ontslaat het productiebedrijf van iedere aan-
sprakelijkheid.
De bedrijfsveiligheid van het geleverde product is slechts gega-
randeerd voor conventioneel gebruik in overeenstemming met
hoofdstuk 4 van de inbouw- en bedieningsvoorschriften. De
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Medana CH1-LSP • Ed.01/08/2023