Als het alarm voor de 11e keer op rij afgaat,
wordt het alarmsysteem gedeactiveerd.
Herhaal de procedure voor het inschakelen van
het alarm.
Vergrendelen van de auto
zonder alarm
F Steek de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier en vergrendel de
portieren.
Schakel het alarm niet in wanneer u uw auto wast.
Storing van de
afstandsbediening
Als het alarm is ingeschakeld, maar de
afstandsbediening niet werkt:
F Ontgrendel de portieren met de sleutel en
open het portier. Het alarm gaat af.
F Zet het contact binnen tien seconden aan.
Het alarm wordt uitgeschakeld.
Storing
Als de rode LED na het aanzetten van het
contact tien seconden blijft branden, duidt dit
op een storing in de verbinding met de sirene.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk
om het systeem te laten controleren.
Automatisch inschakelen
van het alarm
Afhankelijk van het land waar de auto verkocht
is, wordt het alarm ongeveer 2 minuten na
het sluiten van het laatste portier automatisch
ingeschakeld.
Om het afgaan van het alarm bij het openen
van een portier te voorkomen, moet eerst
nogmaals op de ontgrendelknop van de
afstandsbediening worden gedrukt.
Breng geen wijzigingen aan in het
alarmsysteem, want dit kan tot storingen
leiden.
Portierruiten achter
F Om de portierruiten achter te openen,
kantelt u de hendel en duwt u vervolgens
tegen de hendel tot de ruiten helemaal in de
geopende stand staan.
Toegang tot de auto
Elektrische ruitbediening
Handbediening
Duw of trek aan de schakelaar zonder het
zware punt te passeren. De ruit stopt zodra de
schakelaar wordt losgelaten.
Automatische stand
Deze stand is beschikbaar aan de
bestuurderszijde (afhankelijk van de
uitvoering).
Deze stand is beschikbaar aan de
bestuurders- en passagierszijde.
Duw of trek de schakelaar tot voorbij het zware
punt. Als u de schakelaar hebt losgelaten,
opent of sluit de ruit volledig. Bedien de
schakelaar opnieuw om het openen of sluiten
te stoppen.
2
35