-
sluit de kabel van het laadpunt aan op de
aansluiting van de auto en volg daarbij de
op het laadpunt vermelde aanwijzingen.
Raak de metalen uiteinden van de
standaard laadaansluiting of de laadkabel
niet aan. Anders bestaat de kans op een
elektrocutie en/of storingen.
Als het laden begint, wordt dit
bevestigd door het knipperen van de
richtingaanwijzers.
Op het laadpunt wordt aangegeven
wanneer het laden is voltooid.
Het snelladen stopt automatisch als
de tractiebatterij voor ongeveer 80% is
geladen. U kunt de batterij tot 100% laden
door de procedure opnieuw te starten.
Echter de extra tijd voor dit aanvullende
laadproces is relatief lang omdat de
laadsnelheid is afgenomen.
Om veiligheidsredenen kan de motor
niet worden gestart als de laadkabel is
aangesloten op de laadaansluiting van de
auto.
Controleer na het laden of het deksel
en de klep van de laadaansluiting zijn
gesloten.
Let er goed op dat er geen stof of water
in het laadpunt, onder het deksel van het
laadpunt of in de laadstekker terechtkomt.
Kans op brand of elektrocutie.
Laden van de tractiebatterij
Als de buitentemperatuur lager is dan 0°C,
kunnen de laadtijden langer zijn.
Als de buitentemperatuur lager is dan
-25°C, is laden wellicht niet mogelijk.
Stilzetten van de auto voor een langere
periode
Wanneer uw auto langere tijd niet wordt
gebruikt, moet u iedere drie maanden
de tractiebatterij volledig laden (volg de
normale laadprocedure).
Vóór het uitvoeren van de laadprocedure
moet u ervoor zorgen dat de 12V-accu
niet is losgekoppeld of leeg is. Raadpleeg,
indien dit het geval is, de rubriek
"12V-accu" voor informatie over het
aansluiten of laden hiervan.
3
23