F Zet de keuzeschakelaar van de
versnellingsbak in stand R.
Schakel deze stand pas in als de auto
volledig stilstaat.
Neutraalstand
Inschakelen van de neutraalstand
F Zet de keuzeschakelaar van de
versnellingsbak in stand N. Selecteer deze
stand niet, zelfs niet voor een korte periode,
terwijl de auto rijdt.
Automatische bediening
Overschakelen op automatische
bediening
F Zet de keuzeschakelaar van de
versnellingsbak in stand A.
De versnellingsbak werkt dan in de automatische
stand, zonder dat u zelf hoeft te schakelen.
De versnellingsbak kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling en houdt hierbij rekening
met:
-
de rijstijl,
-
het wegtype,
-
een optimaal brandstofverbruik.
Handmatige bediening
Overschakelen op handmatige
bediening
F Zet de keuzeschakelaar van de
versnellingsbak in stand M.
Schakelen
F Trek aan de schakelflipper "+" om op te
schakelen.
F Trek aan de schakelflipper "-" om terug te
schakelen.
-
Als de auto tot stilstand is gekomen of de
snelheid wordt verminderd (bijvoorbeeld
voor een verkeerslicht), schakelt de
versnellingsbak automatisch terug naar de
eerste versnelling.
-
Het is niet nodig om uw voet volledig van
het gaspedaal te nemen om te kunnen
schakelen.
-
Het schakelen naar een andere versnelling
is alleen mogelijk als de snelheid van de
auto en het motortoerental dit toestaan.
-
Vanwege veiligheidsredenen en afhankelijk
van het motortoerental kan automatisch
worden teruggeschakeld.
Bij een hoog motortoerental (snel
accelereren) wordt pas opgeschakeld als
de bestuurder handmatig schakelt.
Acceleratie
Trap om krachtig te accelereren (bijvoorbeeld
voor een inhaalmanoeuvre) het gaspedaal aan
het einde van de slag met kracht in, tot voorbij
het zware punt.
Stilstaande auto, draaiende
motor
Als de auto enige tijd moet stilstaan met
draaiende motor, wordt automatisch de
neutraalstand N geselecteerd.
Stilzetten van de auto
F Zet om de motor af te zetten de
keuzeschakelaar van de versnellingsbak in
stand N.
U moet altijd de parkeerrem aantrekken om
de auto volledig stil te zetten. Controleer
dan of het lampje van de parkeerrem op het
instrumentenpaneel permanent brandt.
Controleer voordat u werkzaamheden
onder de motorkap uitvoert of de
keuzeschakelaar van de versnellingsbak
in neutraalstand (N) staat.
Rijden
6
107