j (Programma-automatiek)
Wordt gebruikt voor automatische regeling van de
belichting door de camera.
U kunt verschillende combinaties van sluitertijd
en diafragmawaarde selecteren zonder de
belichting te wijzigen door aan de multi-
selector te draaien ("flexibel programma"). Als
het flexibele programma is geactiveerd,
verschijnt er linksboven op de monitor een markering van het flexibel
programma (A) naast de aanduiding van de opnamestand (j).
Draai de multi-selector totdat de markering van het flexibel programma (A)
niet meer wordt getoond om het flexibel programma te annuleren Door
een andere stand te kiezen of de camera uit te zetten, wordt het flexibele
programma eveneens geannuleerd.
k (Sluitertijdvoorkeuze)
Gebruik deze optie voor het fotograferen van snel
bewegende onderwerpen met een korte sluitertijd
of om de beweging van een bewegend
onderwerp te benadrukken met een lange
sluitertijd.
De sluitertijd kan worden ingesteld door de
multi-selector te draaien.
l (Diafragmavoorkeuze)
Gebruik deze stand om onderwerpen, inclusief
voorgrond en achtergrond, scherp vast te leggen
of voor een bewust onscherpe achtergrond.
De diafragmawaarde kan worden ingesteld
door de multi-selector te draaien.
m (Handmatig)
Gebruik deze stand om de belichting in te stellen
op de betreffende situatie.
Tijdens het instellen van de diafragmawaarde
en de sluitertijd wordt de afwijking van uw
belichtingsinstelling ten opzichte van de
belichting die de camera meet, aangegeven in
de belichtingsaanduiding van de monitor.
Hoeveel de belichting afwijkt, wordt
aangegeven in LW (van –2 tot +2 LW in stappen van 1/3 LW).
46
25m 0s
25m 0s
1/250
1/250
1/250
F3.7
F3.7
F3.7
25m 0s
25m 0s
1/250
1/250
1/250
F3.7
F3.7
F3.7
25m 0s
25m 0s
1/250
1/250
1/250
F3.7
F3.7
F3.7
Belichtingsaanduiding
25m 0s
25m 0s
1/250
1/250
1/250
F3.7
F3.7
F3.7
880
880
880
880
880
880
880
880