Het smart-toestel verbinden met de
camera
Druk op de d knop M q menupictogram M k knop
1
Gebruik de multi-selector HI om
Verbind. met smart app. te
selecteren en druk op de k knop.
Als Verbind. met smart app. niet
geselecteerd kan worden, zie dan
"Opmerkingen over Wi-Fi-verbinding" (A95).
Als de Wi-Fi-functie ingeschakeld is, worden
de SSID en het wachtwoord van de camera
weergegeven.
Wanneer binnen 3 minuten geen
verbindingsbevestiging is ontvangen van het
smart-toestel, wordt het bericht "Geen
toegang." weergegeven en keert de camera
terug naar het scherm Wi-Fi-opties.
2
Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-toestel in de stand Aan.
Controleer de bij het smart-toestel geleverde gebruikshandleiding voor meer
informatie.
Selecteer de op de camera weergegeven SSID nadat de netwerknaam (SSID)
wordt weergegeven die voor de camera kan worden gebruikt.
Wanneer het bericht voor invoeren van het wachtwoord wordt weergegeven,
voer dan het op de camera weergegeven wachtwoord in.
Wanneer de camera met succes is verbonden met een Wi-Fi-netwerk, wordt het
opnamescherm op de camera weergegeven met de aanduiding Wi-Fi
communicatie (A7).
3
Start de "Wireless Mobile Utility" die is geïnstalleerd op het
smart-toestel.
Het scherm voor selecteren van "Neem foto's" of "Bekijk foto's" wordt
weergegeven.
Wanneer het bericht "Kan geen verbinding met de camera maken." wordt
weergegeven, ga dan terug naar stap 1 en herhaal de procedure.
94
Verbind. met smart app.
Wi-Fi uitschakelen
Opties
Huidige instellingen
Standaardw. herstellen
Verbinden met smart apparaat
SSID:
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
Wachtwoord:
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
Annuleren
Terug