Het beeld is te licht of te donker.
> Controleer de instelling van de belichtingscompensatie.
Er worden in één keer meervoudige beelden opgenomen.
> Zet Auto Bracket
Het object is niet goed scherp.
•
Het focusbereik varieert afhankelijk van de opnamefunctie.
> Stel op de juiste functie in voor de afstand naar het onderwerp.
•
Het onderwerp ligt buiten het focusbereik van het toestel.
•
Er is camerabeweging (golfstoring) of het onderwerp beweegt enigszins.
Het opgenomen beeld is wazig. De optische beeldstabiliseerder is niet effectief.
> De sluitertijd wordt langzamer wanneer beelden gemaakt worden op donkere plaatsen, houd
daarom het toestel stevig vast met beide handen om de beelden te maken.
> Wanneer u beelden maakt met een langzame sluitertijd, de zelfontspanner gebruiken.
Het is niet mogelijk beelden maken m.b.v. auto bracket.
•
Is er nog ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart?
Het opgenomen beeld ziet er onafgewerkt uit. Er verschijnt ruis op het beeld.
•
Is de ISO-gevoeligheid hoog of de sluitertijd langzaam?
(De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [
binnenshuis, enz. beelden maakt enz. ruis verschijnen.)
> De ISO-gevoeligheid verminderen.
> Beelden op heldere plekken maken.
•
Heeft u [H. gevoeligh.] in de scènemodus of [Burstfunctie] in het [Opname]-menu op [
gezet? Zo ja, neemt de resolutie van het gemaakte beeld enigszins af vanwege hoge
gevoeligheid-verwerking, maar dit is geen storing.
(P61)
of [Burstfunctie]
] wanneer het toestel vervoerd wordt. Daarom zal er als u
(P79)
Overige
(P60)
(P90)
van het [Opname] menu op [OFF].
(P33)
- 146 -
(P27)
(P27)
(P59)
] of [
]