Overzicht
Overzicht
Dubbelwandige trechters (D) kunnen gemonteerd worden
aan de achterkant of de zijkant van het frame (A) om
spuitmateriaal naar de Xtreme-onderpomp te voeren (B).
Toevoerpompen (H) en roerders (J) kunnen gemonteerd
worden bovenop de trechters om spuitmateriaal
rechtstreeks onder druk te voeren naar de pomp.
Een filter binnenin de trechter (D) houdt objecten groter
dan 6,35 mm (1/4 inch) om verstopping of beschadiging
van de pompen te vermijden. Wanneer het
XM-spuitapparaat draait, komt het spuitmateriaal uit
de trechter door de vloeistofinlaatassemblage of
hevelpomp en loopt het door de onderpompen (B),
mengspruitstuk, vloeistofverwarmers (M) en keert het
terug naar de trechter (D) door de recirculatieslang (P).
De immersieverwarmingsapparaten (L) die geïnstalleerd
zijn door de zijkanten van de trechter helpen om de
temperatuur van het spuitmateriaal te behouden tijdens
de recirculatie.
F
. 2: Vergelijking temperatuur verwarmde vloeistof
IG
8
Temperatuur spuitmateriaal
50/50 watermengsel
Tijd
XM-spuitapparaten zijn niet goedgekeurd voor gebruik
op gevaarlijke locaties, tenzij het basismodel, alle
toebehoren, sets en bedrading voldoen aan de
nationale, regionale en provinciale regelgeving.
Olie of een mengsel van 50% water en 50%
ethyleenglycol kan toegevoegd worden aan de buitenste
holte van de trechter tot een geregelde temperatuur en
helpen de temperatuur van het spuitmateriaal te
behouden. De verwarmde vloeistof in de buitenste
beklede zone helpt warmteverlies van het spuitmateriaal
te verhinderen.
Een mengsel van 50% water en 50% ethyleenglycol
warmt sneller op dan typische hydraulische olie.
Zie F
. 2.
IG
Gebruik de trechter of slangverwarmingscirculatieset
256273 om de vloeistof in de buitenste holte van de
trechter of speciale vloeistofslangen in gevaarlijke
omgevingen te verwarmen. Zie handleiding 313259
voor installatie en reparatieonderdelen.
Olie
LET OP
3A0325L