De printer plaatsen
1
Open de printerdoos en verwijder alle onderdelen uit de doos.
2
Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn:
•
Printer
•
Netsnoer
•
Installatiekaart
•
cd met documentatie
•
Metalen beugel
3
Zet alle onderdelen (behalve de printer) apart om later te gebruiken.
Opmerking: als uw scannerdoos een interfacekaart, geheugenkaart en firmwarekaart bevat, ga dan naar
Printergeheugenkaarten of optiekaarten installeren op pagina 35, voltooi de stappen om de
kaarten te installeren en kom weer hier terug en ga verder met stap 4.
LET OP: de printer moet om veiligheidsredenen door ten minste twee personen worden opgetild.
4
Laat de printer op de duplexeenheid, optionele lader of standaard zakken.
5
Zorg ervoor dat de printer en duplexeenheid goed in elkaar vergrendelen.
Installatie standaard met laag profiel
De printer plaatsen
21