Handleiding ECL Comfort 210/296/310, Applicatie A214/A314
6.8.6 Overzicht gemeten warden
Gemeten temperaturen, ingangsstatus en spanningen worden
weergegeven.
Bovendien kan een detectie van storingen geselecteerd worden
voor geactiveerde temperatuuringangen.
Monitoren van de voelers:
Selecteer de voeler die een temperatuur meet, bv. de S5. Wanneer
de draaiknop ingedrukt wordt, verschijnt er een vergrootglas in
de geselecteerde regel. De S5-temperatuur wordt nu gemonitord.
Alarmindicatie:
Wanneer de verbinding met de temperatuurvoeler verbroken of
kortgesloten zou worden, of de voeler zelf defect zou raken, wordt
de alarmfunctie geactiveerd.
In het "Alg. ing. overz." wordt een alarmsymbool
defecte temperatuurvoeler in kwestie.
Het alarm resetten:
Selecteer de voeler (S-nummer) waarvoor u het alarm wilt wissen.
Druk op de draaiknop. Het vergrootglas
verdwijnen.
Wanneer nogmaals op de draaiknop wordt gedrukt, wordt de
monitoringfunctie opnieuw geactiveerd.
6.8.7 Display
Achtergrond licht (displayhelderheid)
Circuit
Pas de helderheid van het display aan.
Zwakke achtergrondverlichting.
0:
Sterk achtergrondverlichting.
10:
Contrast (displaycontrast)
Circuit
Pas het contrast van het display aan.
Laag contrast.
0:
Hoog contrast.
10:
188 | © Danfoss | 2021.06
getoond bij de
en het alarmsymbool
60058
Instelbereik
Fabrieksinst.
0 ... 10
5
60059
Instelbereik
Fabrieksinst.
0 ... 10
3
De temperatuurvoeleringangen hebben een meetbereik van -60 ...
150 ° C.
Wanneer een temperatuurvoeler of de verbinding defect raakt, wordt
de waarde-indicatie " - - ".
Wanneer een temperatuurvoeler of de verbinding ervan wordt
kortgesloten, wordt de waarde-indicatie " - - - ".
AQ146286475947nl-000601