Handleiding ECL Comfort 210/296/310, Applicatie A214/A314
6.6 Uitgang override
Deze paragraaf geeft een algemene beschrijving van de functie
in de ECL Comfort 210 / 296 / 310-serie. De getoonde displays
zijn standaard en niet gerelateerd aan specifieke applicaties. Zij
kunnen daarom afwijken van de displays in uw applicatie.
Uitgang override wordt gebruikt om een of meer van de
gecontroleerde onderdelen uit te schakelen. Dit kan onder meer
nuttig zijn in een servicesituatie.
Actie:
Doel:
Kies "MENU" in een van de
overzichtdisplays.
Bevestig
Kies de circuitkiezer in de
rechterbovenhoek van het display
Bevestig
Algemene controllerinstellingen
kiezen
Bevestig
Kies 'Uitgang override'
Bevestig
Kies een gecontroleerd onderdeel
Bevestig
Pas de status van het gecontroleerde
onderdeel aan:
Gemotoriseerde stuurklep: AUTO,
STOP, SLUITEN, OPEN
Pomp: AUTO, UIT, AAN
Statuswijziging bevestigen
Denk eraan de status opnieuw te wijzigen zodra er niet langer een
override is vereist.
AQ146286475947nl-000601
Voorbeel-
Gecontroleerde onderdelen
den:
"Handmatige regeling" heeft een hogere prioriteit dan "Uitgang
override".
M1, P1 enz.
Wanneer het geselecteerde gecontroleerde onderdeel (uitgang)
niet 'AUTO' is, controleert de ECL Comfort-controller het betreffende
onderdeel niet (bijv. pomp of gemotoriseerde regelklep).
Vorstbescherming is niet actief.
Wanneer uitgang override van een geregeld onderdeel actief is, dan
wordt het symbool ' ! ' weergegeven rechts van de modus-indicator in
de displays van de eindgebruiker.
Kleppen (M), dempers (M) en ventilatoren (V) worden in sommige
applicaties bestuurd door een 0–10 Volt (0–100 %) signaal. De regeling
kan worden ingesteld op AUTO of AAN.
AUTO: Normale regeling (0–100%)
AAN: het 0–10 volt-signaal is ingesteld op de %-waarde, ingesteld
onder de indicatie 'AAN' .
Circuitkiezer
© Danfoss | 2021.06 | 181