Handleiding ECL Comfort 210/296/310, Applicatie A214/A314
5.11 Alarm
Veel applicaties in de ECL Comfort 210- en 310-serie hebben een
alarmfunctie. De alarmfunctie activeert relais 4 (A214-applicaties in
ECL Comfort 210 / 310) of relais 6 (A314-applicaties in ECL Comfort
310).
Het alarmrelais kan een lamp, een claxon, een ingang naar een
alarm verzendapparaat enz. activeren.
Standaard alarms, type 1:
•
S3 defect
•
Actuele S3-temperatuur wijkt af van gewenste S3-temperatuur
•
Brandalarm (S8)
•
Filter monitor S10 (Digitaal 10)
•
Warmteterugwinning
•
Activering van vorstthermostaat (S7)
•
Detectie van vorsttemperatuur op S5/S6
Alarmen van type 1 houden aan zolang de reden voor het alarm
aanwezig is.
Standaard alarms, type 2:
•
Ventilatormonitor S9 (Digitaal 9)
•
Inlaatdrukvoeler
•
Uitlaatdruk
•
Ontkoppeling of kortsluiting van temperatuurvoeler of de
aansluiting ervan.
Alarmen van type 2 houden aan, ook als de alarmreden niet meer
aanwezig is. U dient deze alarmen te wissen om de alarmindicaties
te verwijderen.
Wanneer een alarm is geactiveerd, wordt het symbool
in de favoriete displays.
Als u de reden van het alarm wilt vaststellen:
•
selecteer MENU
•
selecteer 'Alarm'
•
selecteer 'Alarm overzicht' Het relevante alarm wordt
aangeduid met het symbool .
Sommige alarmen worden gegenereerd wanneer een meetwaarde
hoger of lager wordt dan ingestelde waarden.
Parameters gemarkeerd met een ID nr. zoals "1x607" zijn universele
parameters.
x staat voor circuit / parametergroep.
168 | © Danfoss | 2021.06
getoond
AQ146286475947nl-000601