Display
À
kopregel (gedetailleerde verklaring van de symbo-
À
len, zie onder: symbolen kopregel)
Á
aanduiding van de interne sensor of ingangsstekker
1 met geselecteerd kanaal en eenheid
Á
Â
meetwaarde 1
Ã
aanduiding ingangsstekker 1 of 2 met geselecteerd
Â
kanaal en eenheid
Ä
meetwaarde 2
Ã
Å
meetfuncties
Ä
Å
Symbolen kopregel:
Teller voor het weergeven van de opgeslagen proto-
M.
cols bij het manueel, automatisch en snel opslaan van
de meetreeks.
Teller voor het weergeven van de meetgegevens in
N 0000
een meetreeks bij het automatisch en snel opslaan.
verschijnt: manueel opslaan is ingesteld.
knippert: de huidige meetwaarde wordt opgeslagen
verschijnt: automatisch opslaan is ingesteld.
knippert: het automatisch opslaan is in werking.
De inhoud van het geheugen wordt verwijderd.
verschijnt: printen is mogelijk
knippert: de printfunctie is actief
Capaciteit van de batterij / accu:
alle segmenten zijn donker: de accu/batterij is vol
alle segmenten zijn licht, het batterijsymbool knippert:
de accu/batterij is leeg en het meetinstrument wordt
na 1 minuut automatisch uitgeschakeld.
3. Beschrijving van het meetinstrument
3.2 Bedieningselementen
9