4
Inbedrijfstelling
Het instrument niet met de
mentconfiguratie of gedurende het automatisch opslaan. Het automatisch opslaan beëindigen
wanneer het instrument aan de Comfort-Software aangesloten wordt. Bij foutmelding de batterij
eruit halen en opnieuw plaatsen. De betreffende foutmelding verschijnt in het display. (Zie blz. 33
Let op de toegelaten opslag- en transporttemperatuur, alsook de bedrijfs-
temperatuur (b.v. het instrument beschermen tegen felle zonnestralen!) Alleen bij het aanzetten
van het instrument worden de voeler specifieke waarden ingelezen.
Bij configuratiewijzigingen (b.v. het verwisselen van de voeler) het meetinstrument uitzetten.
De V24-kabel (PC-verbindingskabel) kan op elk tijdstip aangesloten worden! Met een aangesloten
De wartel aan de voelerhandgreep tot aan de schacht vastdraaien.
Bij het openen van het meetinstrument, een verkeerd gebruik of misbruik
Geen onderdelen meten die onder elektrische spanning staan!
"Foutmeldingen" in de handleiding.)
PC-kabel is niet tegelijkertijd een printopdracht mogelijk.
Bij voelers met een steekkop op de juiste aansluiting letten.
van het meetinstrument, vervalt elke aanspraak op garantie!
9V-blok batterij is bij de levering inbegrepen.
Het batterijvak aan de achterkant van het meetinstrument ope-
nen.
De batterij plaatsen. Let op de polariteit!
Het batterijvak weer sluiten.
Meer informatie over alternatieve stroomvoorziening, laad-
toestand, batterijkwaliteit, laadproces staan in het hoofdstuk
„Stroomvoorziening".
Veiligheidsmaatregelen!
-toets aan- of uitschakelen binnen de meetinstru-
Let op de meetinstrumentconfiguratie bij het
gebruik van accu's!!!
Batterijen